Vragen en antwoorden

In de huidige Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen (Wsob) zijn de verantwoordelijkheden van gemeenten en provincies voor de openbare bibliotheken geformuleerd als bevorderingstaak. Dat wil zeggen: gemeenten zijn verantwoordelijk voor de lokale bibliotheekvoorzieningen en provincies voor de ondersteuning daarvan.

Gemeenten en provincies kunnen zelf bepalen of en zo ja, op welke wijze zij aan deze verantwoordelijkheid invulling geven. Deze bevorderingstaak wordt omgezet in een wettelijke zorgplicht. Het is dan niet meer mogelijk dat in een gemeente een bibliotheekvoorziening ontbreekt of niet voldoet aan de wettelijke voorschriften.

Met de specifieke uitkering kunnen gemeenten zich voorbereiden op de komende zorgplicht. In het najaar volgt hierover verdere informatie. De inhoud van de zorgplicht zal het ministerie van OCW met de partijen van het bibliotheeknetwerk uitwerken bij de komende wijziging van de Wsob.

POI’s hebben subsidie gekregen om ondersteuning en advies te bieden bij de planvorming en de uitvoering van activiteiten die voortvloeien uit de aanvraag. Voor gemeenten die dat wensen, is ondersteuning vanuit de provinciale ondersteuningsinstellingen beschikbaar.

Formeel gezien dienen gemeenten de aanvragen in, maar bibliotheken, gemeenten en provinciale ondersteuningsinstellingen hebben elkaars kennis en expertise nodig om in gezamenlijkheid plannen te maken en aanvragen op te stellen.

Nee, want voor de bibliotheek in Caribisch Nederland zijn apart budgetten gereserveerd. De bijzondere gemeenten zijn in gesprek met de aangewezen partijen in Europees Nederland over de besteding van deze budgetten.

Dit betekent niet direct dat de gemeente niet in aanmerking komt voor de specifieke uitkering. De prioriteringslijst wordt alleen gebruikt als er meer wordt aangevraagd dan er beschikbaar is. Als dit het geval is, is het afhankelijk van het aantal aanvragen van andere gemeenten die hoger op de prioriteringslijst staan of er voor uw gemeente budget beschikbaar is.

Een bibliotheekvoorziening is een bibliotheekvestiging of een beperkte bibliotheekvoorziening.

Een bibliotheekvestiging is een vestiging van een lokale bibliotheek waar een collectie van werken aanwezig is, die de functies genoemd in de artikelen 5 en 8 van de Wet stelsel openbare bibliotheekvoorzieningen verricht, en die meer dan 15 uur per week bemand geopend is.

Een beperkte bibliotheekvoorziening is een servicepunt, mini-servicepunt, bibliobus, zelfbedieningslocatie of afhaalpunt. Meer informatie hierover staat in de regeling.

Nee. De regeling is bedoeld voor het oprichten van een nieuwe bibliotheekvestiging of het doorontwikkelen van een bestaande beperkte bibliotheekvoorziening naar een bibliotheekvestiging. U kunt de specifieke uitkering dus niet gebruiken om een servicepunt op te richten.

De regeling is bedoeld voor het oprichten van een nieuwe vestiging of de doorontwikkeling van een bestaande beperkte voorziening naar een bibliotheekvestiging. De gemeente is verplicht de activiteiten uiterlijk op 31 december 2025 af te ronden. Alle kosten voor het oprichten of het doorontwikkelen kunnen meegenomen worden in de begroting. Daaronder kan dus ook tijdelijke huisvesting vallen. Maar de uiteindelijke voorziening moet wel uiterlijk 31 december 2025 zijn gerealiseerd.

In artikel 4 van de regeling staat voor welke activiteiten u de specifieke uitkering mag gebruiken en welke kosten van die activiteiten gefinancierd kunnen worden. In de toelichting staat dat het aan de gemeenten is om te bepalen aan welke kosten de specifieke uitkering wordt besteed. Dat kunnen allerhande kosten zijn die gemaakt worden om de activiteit waarvoor de specifieke uitkering is verstrekt te realiseren, zoals de aanschaf van een collectie, huisvestingskosten, personeelskosten en de kosten van de aanschaf van ICT-voorzieningen. De regeling biedt dus veel ruimte zolang er een logisch verband is met de aangevraagde activiteit en de betreffende locatie.

De peildatum is 1 januari 2023.

Ja, u mag de specifieke uitkering gebruiken om de openingstijden te verruimen.

In artikel 4 van de regeling staat dat een bijdrage kan worden gevraagd voor de verruiming van de bemande openingstijden van een bibliotheekvestiging met minimaal 10 uren per week.

Er is sprake van ‘bemande openingsuren’ als er professioneel en betaald personeel aanwezig is. In de praktijk kan een bibliotheek dus ‘bemande’ en ‘onbemande’ openingsuren hebben. Onbemande openingsuren zijn openingsuren die alleen door vrijwilligers of door zelfbediening worden ondersteund.

Een voorbeeld: Een bibliotheek is 60 uur per week open waarvan 20 uur alleen met zelfbediening of vrijwilligers. U mag het totaal aantal openingsuren op 60 uur per week houden maar het professioneel bemande aandeel verhogen met minimaal 10 uur per week.

Gemeenten waar geen andere bibliotheekvoorziening is dan een bibliobus kunnen een aanvraag indienen voor een verruiming van het aantal bemande sta-uren van de bibliobus met tenminste tien uur. In de praktijk betreft dit de gemeenten Veere en Noord-Beveland.

De mogelijkheid om bemande openingstijden te verruimen is bedoeld voor voorzieningen die al het niveau van een vestiging (collectie, 5 Wsob-functies, minimaal 15 uur bemand open) hebben, en hun openingsuren willen uitbreiden. Het moet gaan om betaalde krachten. Dit is niet van toepassing op vrijwilligersbibliotheken, omdat die niet aan de Wsob voldoen.

Gemeenten kunnen voor het verbeteren van een vestiging maximaal €220.000 of €440.000 aanvragen. De cofinanciering is hier niet bij inbegrepen. Een gemeente die een specifieke uitkering van €220.000 aanvraagt, moet daar bovenop zelf dus minimaal €55.000 euro investeren.

Het is aan de gemeente om te bepalen hoe de minimale bijdrage van 20% wordt gefinancierd. Het is van belang dat gemeenten al in hun aanvragen aantonen dat er minimaal 20% cofinanciering is. Die financiering kan afkomstig zijn uit de bestemmingsreserve van de bibliotheek.

Dat kan, maar per bibliotheekvoorziening kunnen gemeenten slechts 1 specifieke uitkering ontvangen.

De aanvraag bestaat uit een activiteitenplan en een begroting. Het activiteitenplan bevat een overzicht van de activiteiten waarvoor subsidie wordt aangevraagd. Het plan beschrijft:

• De aard, omvang, duur en wijze van uitvoering van de activiteiten.
• De met de activiteiten na te streven doelstellingen, resultaten of producten.

Een gemeente kan voor meerdere activiteiten een aanvraag indienen. Gemeenten met 200.000 of meer inwoners kunnen voor maximaal 4 activiteiten een aanvraag indienen, waarvan maximaal 2 aanvragen betrekking kunnen hebben op het oprichten van een nieuwe bibliotheekvestiging. Gemeenten met minder dan 200.000 inwoners kunnen voor maximaal 2 activiteiten een aanvraag indienen. Gemeenten kunnen per locatie 1 aanvraag indienen.

Ja. In de regeling staat dat het in kleinere gemeenten de voorkeur kan hebben als buurgemeenten samen één volwaardige bibliotheekvoorziening realiseren, in plaats van ieder afzonderlijk een beperkte eigen bibliotheekvoorziening. In dat geval dienen beide gemeenten elk een eigen aanvraag in voor een deel van de kosten van één bibliotheekvoorziening die zij samen gaan realiseren. In de toelichting op de aanvraag moeten de gemeenten naar elkaars aanvraag verwijzen.

Het totale bedrag van de twee aanvragen mag niet meer zijn dan het maximumbedrag voor één nieuwe vestiging (samen maximaal €440.000).

Bent u van plan uw aanvraag te combineren met die van een andere gemeente? Neem dan vooraf contact met ons op.

Nee, de minister verleent ambtshalve eenmalige subsidies aan provinciale ondersteuningsinstellingen als tegemoetkoming in de kosten van werkzaamheden die zij in het kader van hun wettelijke taak verrichten. Hiervoor hoeven zij dus geen aanvragen in te dienen.

De activiteiten waarvoor gemeenten specifieke uitkeringen aanvragen moeten op 31 december 2025 afgerond zijn. Verantwoorden gaat via de SiSa-procedure.

Naast de regeling Eenmalige specifieke uitkeringen lokale bibliotheekvoorzieningen 2023-2024 is er ook nog de SPUK voor de bekostiging van de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO's) en de SPUK voor de uitvoering van het Gezond en actief leven akkoord (GALA) en Sportakkoord II.

Spuk voor de bekostiging van de IDO’s

Gemeenten hebben sinds 1 januari 2023 de regiefunctie over de Informatiepunten Digitale Overheid (IDO’s), uitgevoerd door lokale bibliotheken. Hiervoor is jaarlijks €17,13 miljoen beschikbaar. De regeling voor de specifieke uitkering voor de bekostiging van de IDO's is inmiddels gepubliceerd.

SPUK voor de uitvoering van het GALA en Sportakkoord II

In het Gezond en actief leven akkoord (GALA) hebben de VNG, GGD GHOR Nederland, Zorgverzekeraars Nederland en het ministerie van VWS gezamenlijk afspraken gemaakt op het gebied van gezondheid en welbevinden. Via een specifieke uitkering wordt geld geoormerkt beschikbaar gesteld voor de uitvoering van het GALA en Sportakkoord II, waarmee het gegarandeerd wordt ingezet voor preventie en gezondheidsbevordering.