Op deze pagina vindt u antwoorden op veelgestelde vragen bij de subsidieregeling Virtuele internationale samenwerkingsprojecten.
Voor wie
Ja, dat mag.
Aanvragen subsidie
Nee, er is geen maximaal aantal aanvragen die u mag indienen.
U kunt per virtueel internationaal samenwerkingsproject één aanvraag indienen. Meerdere aanvragen voor hetzelfde project kunt u alleen indienen bij:
-
een multidisciplinaire samenwerking binnen een instelling;
-
of het aanbieden van een project op verschillende hoofd- of nevenvestigingen van een instellingsbestuur.
Elke hogeronderwijsinstelling vraagt afzonderlijk subsidie aan. Ook bij een samenwerking tussen onderwijsinstellingen. Aan elke instelling gaan dan een docent en onderwijskundige aan de slag met het virtueel internationaal samenwerkingsproject.
Subsidiabele kosten
De docent en onderwijskundige zijn vrij om de verdeling van de uren zelf te bepalen.
Het subsidiebedrag per subsidieaanvraag is een vast bedrag van €15.000. Het is niet mogelijk om een hoger subsidiebedrag aan te vragen. Er wordt vanuit gegaan dat de instelling ook zelf investeert in dergelijke projecten indien de instelling dit van belang acht.
De subsidie is daarmee een aanvulling op het budget wat de instelling reeds beschikbaar stelt. Aanvullende kosten, bijvoorbeeld kosten voor lesmateriaal, software/platform, kunnen niet worden gedekt vanuit de subsidie.
De subsidie is alleen voor de Nederlandse instelling en kunt u niet delen met de buitenlandse partnerinstelling. De subsidie is dus niet bedoeld voor cofinanciering van de buitenlandse partnerinstelling. Ook niet voor activiteiten in het kader van integratie van i(c)t-systemen tussen een Nederlandse en buitenlandse instelling.
Voorwaarden
Nee, er is geen minimum aantal studenten dat deel moet nemen aan een virtueel internationaal samenwerkingsproject. Het streven is wel om zoveel mogelijk studenten te bereiken en deel te laten nemen.
eTwinning richt zich momenteel op docentenopleidingen, maar kunt u ter inspiratie gebruiken bij het zelf vormgeven van een virtueel internationaal samenwerkingsproject.
Een fysieke component mag als aanvulling onderdeel uitmaken van de gehele internationaliseringsactiviteit. De fysieke component, zowel de ontwikkeling als de organisatie en uitvoering, komt echter niet in aanmerking voor subsidie op grond van deze subsidieregeling.
Het is niet mogelijk om later dan zes maanden na beschikkingsdatum te starten. De maximale looptijd van de subsidie is van belang om een verlate start te voorkomen en voor de verplichte deelname aan het onderzoek naar leeruitkomsten.
Het kan relevant zijn om ook aanvullende expertises binnen de instelling te betrekken. Denk hierbij bijvoorbeeld aan:
-
een persoon met specifieke vakkennis om thematische dwarsverbanden met andere vakken of opleidingen te leggen;
-
een persoon met een goed netwerk waarbinnen een opdracht uitgevoerd kan worden;
-
een collega binnen de instelling met ervaring op het gebied van virtueel geïnternationaliseerd onderwijs of het reflecteren met studenten op interculturele competenties;
-
een persoon met ervaring op het gebied van projectmatig werken.
Als het subsidieplafond wordtoverschreden, dan worden alle aanvragen op volgorde van binnenkomst (datum en tijdstip) gerangschikt. Wanneer instellingsbesturen meerdere aanvragen in een bepaalde aanvraagperiode indienen, dan maakt de tweede aanvraag kans op subsidie nadat alle eerste aanvragen van instellingsbesturen zijn gerangschikt. Zo ook de derde, vierde, en opeenvolgende aanvraag, totdat het subsidieplafond van de betreffende aanvraagperiode bereikt is.
Project
Een virtueel internationaal samenwerkingsproject wordt als geïmplementeerd beschouwd op het moment dat het virtueel internationaal samenwerkingsproject klaar is om studenten deel te laten nemen.
Training en advies
Docenten en onderwijskundigen kunnen via het Centraal informatie- en coördinatiepunt advies krijgen in de ontwerp- of herzieningsfase van het virtueel internationaal samenwerkingsproject. Zo kunnen ze een training volgen op het gebied van virtueel geïnternationaliseerd onderwijs en interculturele competenties. Voor meer informatie hierover kunt de u de volgende website raadplegen: www.visinhetho.nl.
Het Centraal informatie- en coördinatiepunt beschikt over specifieke expertise op het gebied van onderwijs met een geïnternationaliseerd karakter (ofwel COIL) en onderwijs in samenwerking met een buitenlandse instelling (ofwel VE). Meer informatie volgt samen met de beschikking die u ontvangt als uw subsidieaanvraag wordt toegekend.
Wanneer we u deze subsidie hebben toegekend kunnen de docent en onderwijskundigen, aanvullend op de subsidie, kosteloos advies en training krijgen bij het opzetten of verder professionaliseren van het virtueel internationaal samenwerkingsproject. Meer informatie volgt samen met de beschikking die u ontvangt als uw subsidieaanvraag wordt toegekend.
De training is niet gecertificeerd. U ontvangt voor de deelname aan de trainingen een bewijs van deelname.
Nee dat is niet verplicht, een deelname is geheel vrijblijvend.
Indien instellingen een andere dan de door de regering daarvoor aangewezen partij willen inzetten voor het inwinnen van advies of het volgen van een training, is dit mogelijk. De kosten zijn dan wel geheel voor eigen rekening.