Vragen en antwoorden School en omgeving

Schoolvestigingen kunnen aan maximaal 1 aanvraag deelnemen.

De regeling definieert lokale partijen als organisaties die opereren in de fysieke omgeving van een school of schoolvestiging en die een bijdrage kunnen leveren aan de rijke schooldag. Voorbeelden die worden genoemd zijn (jeugdgezondheids)zorginstellingen, bibliotheken, sociaal werk, welzijnsorganisaties, sportverenigingen en cultuurinstellingen. Ook de kinderopvang wordt gezien als een maatschappelijke partij die een belangrijke rol kan vervullen bij de uitvoering van het aanbod.

Ja, dat kan als u aan de volgende voorwaarden voldoet. Een lokale coalitie wordt als doorgroeier beschouwd als:

• het naschoolse aanbod vanaf schooljaar 2021/2022 beschikbaar is voor alle leerlingen van de deelnemende schoolvestiging(en),
• de activiteiten op minstens twee ontwikkelingsgebieden worden uitgevoerd,
• het aanbod ten minste twee uren per week per leerling is,
• en de lokale coalitie een aanbod heeft voor alle leerlingen op minimaal één schoolvestiging.  

Twijfelt u hierover? Neem contact op met een van de GKA-regiocoördinatoren.

Voor de aanvraag van de doorgroeier is het nodig om de huidige samenwerking in een Convenant Rijke Schooldag vast te leggen.

Het bevoegd gezag of de schooldirecteur tekent namens de schoolvestiging.

Als de genoemde scholen in 2 afzonderlijke coalities zitten, dient u 2 aanvragen in: per coalitie 1 aanvraag met de deelnemende schoolvestigingen. Het bevoegd gezag doet de aanvraag per coalitie. Een schoolvestiging mag niet deelnemen aan verschillende coalities (doorgroeiers, starters, voorlopers). In dat geval verzoeken wij u een keuze te maken.

Ja, dat kan. Van belang is dat u de reguliere schoolactiviteiten en de aanvullende activiteiten in de administratie zorgvuldig uit elkaar houdt. Bij reguliere schoolactiviteiten en aanvullende activiteiten horen namelijk verschillende verplichtingen en ook de manier van verantwoorden verschilt. Een activiteit kan maar één keer meetellen: of als reguliere onderwijstijd of als aanvullende activiteit. Het is daarom belangrijk om een goed onderscheid te maken tussen onderwijstijd en het aanvullend aanbod.

De (al bekostigde) reguliere uren die het personeel van een school hieraan besteedt, als onderdeel van de reguliere functie tijdens onderwijstijd, zijn niet subsidiabel. De volgende personeelskosten komen wél in aanmerking:

1. Een (externe) procesbegeleider die (coördinerende) activiteiten uitvoert,
2. De (externe) begeleiders/docenten/vrijwilligers die het aanvullende aanbod aanbieden,
3. De vervangingskosten van intern personeel dat een bijdrage levert,
4. Uitbreidingsuren van intern personeel dat een bijdrage levert.

Ja, dit is een subsidiabele activiteit, op voorwaarde dat monitoring past binnen de doelen van de subsidie. Daarnaast moet onderbouwd zijn wat monitoring bijdraagt aan doorontwikkeling.

Nee. Alleen aanvullende activiteiten aangeboden tijdens het schooljaar en reguliere schooldagen zijn subsidiabel binnen deze subsidie.

Materialen aanschaffen voor het buitenschoolse aanbod is toegestaan, zolang het bijdraagt aan de doelen van de subsidieregeling. Zijn de materiaalkosten lager dan €450? Dan trekt u het bedrag in 1 keer af als kosten.

Bij de aanschaf van apparatuur, meubilair of machines boven €450 (tarief 2023, exclusief btw) moet u rekening houden met afschrijftermijnen. Dat houdt in dat u de kosten verdeelt over de jaren waarin de materialen gebruikt. Zie voor meer informatie: hoe berekent u het bedrag van de afschrijving?

Structurele maaltijdprogramma’s zijn uitgesloten binnen de regeling School en Omgeving. Alle algemene middelen die gebruikt worden tijdens het aanvullend aanbod kunnen op de regeling geschreven worden. Daar zou een incidenteel aangeboden hapje en/of drankje ook onder kunnen vallen. Het aanbieden of voorbereiden (samen met de leerlingen) van een gezonde lunch in kader van het thema 'Gezondheid' als na- of tussenschools aanbod is toegestaan.

De meeste schoolbesturen hebben een collectieve ongevallenverzekering afgesloten voor alle scholen. Vaak is er in de polis opgenomen dat deze van kracht is tijdens schooluren, tijdens evenementen in schoolverband en tijdens het rechtstreeks van huis naar school gaan en omgekeerd. Het aanbieden van aanvullend aanbod door en/of op school zou daarmee gedekt kunnen worden door de verzekering. U kunt bij uw schoolbestuur of bij de verzekeraar navragen of dit voor uw school ook het geval is.

Op dit moment is een stappenplan/handreiking hiervoor in de maak. Deze vindt u binnenkort op deze website.

Een school heeft een inspanningsverplichting om alle leerlingen op de scholen uit de lokale coalitie te laten deelnemen aan de aangeboden activiteiten. Van scholen wordt verwacht dat ze de deelname van alle leerlingen stimuleren en het aanbod voor alle leerlingen beschikbaar maken. Maar scholen kunnen leerlingen niet verplichten om aan de activiteitendeel te nemen, omdat de activiteiten buiten de onderwijstijd vallen.

Kleine aanpassingen doen aan de huisvesting en/of lokalen is toegestaan, zolang het bijdraagt aan de doelen van de subsidieregeling en de brede talentontwikkeling van leerlingen.

Nee. Alleen aanvullende activiteiten aangeboden tijdens reguliere schooldagen, maar buiten de reguliere onderwijstijd, komen in aanmerking voor subsidie.

Voor activiteiten die georganiseerd worden vanuit School en omgeving geldt geen speciale uitzondering op het betalen van btw. Of de activiteiten btw-belast zijn verschilt per situatie en is afhankelijk van de context. In ieder geval gelden de standaard btw-vrijstellingen voor onderwijs, sport en cultuur:

• Onderwijs is vrijgesteld van btw.
• Diensten van sportorganisaties en sportclubs zijn vaak vrijgesteld van btw.
• De omzet van sociaal-culturele instellingen is vrijgesteld van btw.

Voor stichtingen en verenigingen geldt een vrijwilligersregeling. Wanneer aan de voorwaarden wordt voldaan, hoeft geen loonaangifte gedaan te worden.

Detachering van personeel is normaal gesproken btw-belast. In het beleidsbesluit detachering personeel staan situaties waarin sprake kan zijn van een vrijstelling van btw.

Twijfelt u? Dan kunt u het beste uw belastingadviseur of accountant vragen of u btw-plichtig bent over de activiteiten die worden georganiseerd.

Als uw aanvraag wordt toegekend, kunt u de subsidie met terugwerkende kracht inzetten van 1 augustus 2022 tot en met 31 juli 2023.

Om kansenongelijkheid tegen te gaan, is het van belang dat de naschoolse activiteiten zo laagdrempelig mogelijk worden aangeboden. Het gratis aanbieden van de activiteiten zal hieraan bijdragen.

Ja, dit is mogelijk voor voorlopers en doorgroeiers. Dit geldt niet voor starters, omdat zij drie jaar de tijd hebben voor het ontwikkelen van een convenant en projectplan.

U kunt om uitstel vragen via het wijzigingsformulier op onze website. Op dit moment (februari 2023) is het nog niet bekend voor hoe lang er uitstel kan worden verleend. Zodra hier meer bekend over is, stellen wij u hiervan op de hoogte.

Voor speciale scholen voor basis- en voortgezet onderwijs geldt het volgende: om voor subsidie in aanmerking te komen moet uw school minimaal 5  leerlingen hebben met een niet-Nederlandse culturele achtergrond (cumi-leerlingen). Dit aantal invullen bij het veld ‘positieve achterstandsscore’ bij de betreffende school. Bijvoorbeeld: is het aantal 5, dan vult u 5,00 in.

U vult de achterstandsscore mét drempel in.

Alleen de volgende scholen/schoolvestigingen komen in aanmerking voor deelname aan de coalitie. De subsidie mag alleen ingezet worden voor vestigingen die voldoen deze criteria:

• basisscholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs, die ten minste een positieve achterstandsscore hebben op basis van de onderwijsscores als bedoeld in artikel 18 van het Besluit bekostiging WPO 2022, van de leerlingen die op 1 oktober 2021 stonden ingeschreven op de betreffende school of schoolvestiging;
• scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet primair onderwijs BES;
• speciale scholen voor basisonderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op het primair onderwijs die meer dan 4 leerlingen hebben met een niet-Nederlandse culturele achtergrond als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WPO 2022;
• scholen voor speciaal onderwijs, voor voortgezet speciaal onderwijs of voor speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, die meer dan 4 leerlingen hebben met een niet-Nederlandse culturele achtergrond als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC 2022;
• scholen voor voortgezet onderwijs als bedoeld in van artikel 1 van de Wet op het voortgezet onderwijs die ten minste een positieve achterstandsscore hebben op basis van de onderwijsscores van de leerlingen die op 1 oktober 2021 op deze vestigingen zijn ingeschreven, zoals opgenomen in de bijlage van de Regeling aanvullende bekostiging uitvoering Nationaal Programma Onderwijs PO en VO; en
• scholen als bedoeld in artikel 1 van de Wet voortgezet onderwijs BES.

Alle schoolvestigingen die aan een coalitie deelnemen moeten een positieve achterstandsscore hebben. Dit geldt voor alle drie de categorieën (starters, doorgroeiers, voorlopers). Dit criterium geldt niet voor scholen op Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Voor scholen voor speciaal onderwijs, voortgezet speciaal onderwijs of speciaal en voortgezet speciaal onderwijs als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de expertisecentra, geldt dat zij meer dan 4 leerlingen moeten hebben met een niet-Nederlandse culturele achtergrond als bedoeld in artikel 1 van het Besluit bekostiging WEC 2022.

Ja dat kan. Als een coalitie is gevormd en een activiteitenplan voor aanvullend aanbod is afgestemd, kan  de starter vanaf 9 februari 2023 het convenant en het activiteitenplan in via een door DUS-I ontwikkeld digitaal formulier. De starters hebben op 8 februari 2023 per e-mail de link naar het formulier ontvangen. Zodra het formulier en convenant zijn ingediend, controleert DUS-I op volledigheid en op de voorschriften en of de starter het convenant heeft gepubliceerd op een publiek toegankelijke plaats. Als dat door DUS-I is bevestigd, kan het eventuele niet aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging is verstrekt.

Ja. Iedereen die met leerlingen werkt binnen deze regeling moet een VOG hebben. U moet dit daarom ook goed bijhouden in uw administratie.

U verantwoordt de subsidie in de jaarverslaggeving volgens de Regeling jaarverslaggeving onderwijs met model G, onderdeel 1, zoals bedoeld in richtlijn 660 van de Raad voor de Jaarverslaggeving. U toont op verzoek van de minister aan dat de activiteiten waarvoor subsidie is verstrekt, zijn uitgevoerd en dat is voldaan aan de verplichtingen die aan de subsidie verbonden zijn.

Toelichting: het schoolbestuur vermeldt bij vraag G1 van het jaarverslag het referentienummer en verklaart met een ja of een nee of de prestatie geleverd is.

Aanvullend voor starters

Op uiterlijk 26 september 2025 stuurt de starter een door alle deelnemende partijen van de coalitie getekend convenant en het activiteitenplan in via een door DUS-I ontwikkeld digitaal formulier. De starters hebben op 8 februari 2023 per e-mail de link naar het formulier ontvangen. Zodra het formulier en convenant zijn ingediend, controleert DUS-I op volledigheid, op de voorschriften en of de starter het convenant heeft gepubliceerd op een publiek-toegankelijke plaats. Als dat door DUS-I bevestigd is, kan het eventuele niet-aangewende deel van de subsidie worden besteed aan andere activiteiten waarvoor bekostiging is verstrekt.

Aanvullend voor doorgroeiers

De penvoerder van alle doorgroeiers dient met een eindverslag de resultaten per 1 november 2023 in via een door DUS-I geleverd format. Na de zomer van 2023 ontvangen de voorlopers het format voor het eindverslag.  

Aanvullend voor voorlopers

Steekproef
Een steekproef vindt plaats in de vorm van een werkbezoek in het tweede kwartaal 2023 onder 25% van de voorlopers. In deze steekproef wordt gecontroleerd of aan alle subsidievoorwaarden wordt voldaan en de activiteiten worden uitgevoerd zoals vermeld in het aanvraagformulier. Eind januari 2023 is een aankondigingsbericht van de steekproef gestuurd naar alle voorlopers. In februari ontvangen de geselecteerde voorlopers meer informatie.

Wanneer uit de steekproef blijkt dat niet aantoonbaar aan alle subsidievoorwaarden en subsidieverplichtingen is voldaan, dan kan dat tot gevolg hebben dat de subsidie volledig of gedeeltelijk wordt teruggevorderd.

Eindverslag
De penvoerder van alle voorlopers dient met een eindverslag de resultaten per 1 november 2023 in via een door DUS-I geleverd format. Na de zomer van 2023 ontvangen de voorlopers het format voor het eindverslag.