Sterk techniekonderwijs 2025-2028

De regeling Sterk techniekonderwijs 2025-2028 is een vervolg op Sterk techniekonderwijs 2020-2024. Deze subsidie is bedoeld om in regioverband vorm te geven aan toekomstbestendig, dekkend en kwalitatief hoogstaand techniekonderwijs binnen het beroepsgericht vmbo. Dit moet ervoor zorgen dat alle leerlingen in het vmbo met techniek in aanraking komen.

U kunt geen subsidie meer aanvragen.

Met deze regeling wordt de focus van Sterk techniekonderwijs (STO) verbreed van de ‘harde’ techniek naar techniekonderwijs binnen het hele vmbo. Hierdoor kunnen ook technische keuzevakken, technische praktijkgerichte programma’s en techniek in de onderbouw met subsidie worden gestimuleerd.

Het geld blijft bestemd voor het vmbo. Maar ook bijvoorbeeld praktijkgerichte programma’s in de havo kunnen gebruikmaken van de STO-faciliteiten. De regio’s bepalen welke aanvullende activiteiten om techniek te bevorderen voor subsidie in aanmerking komen.

Ook wordt met deze regeling de samenwerking in de regio verder gestimuleerd. Naast de verplichte samenwerking van het vmbo met het mbo, is het voor het vergroten van de in- en doorstroom van techniekleerlingen ook van belang dat het vmbo de verbinding zoekt met het primair onderwijs en met de rest van het voortgezet onderwijs. Regionale samenwerking is de kern van STO.

Voor wie

Een penvoerder van een techniekregio of een techniekluwe regio vroeg deze subsidie aan. De penvoerder is het bevoegd gezag van een vmbo-vestiging in een regio.

Hoogte subsidie en budget

  • Per techniekregio is een maximaal aan te vragen bedrag beschikbaar. Deze bedragen staan in bijlage 3 van de regeling. Voor techniekregio’s is een budget beschikbaar van in totaal €368.640.080.
  • Per techniekluwe regio is een maximaal aan te vragen bedrag van €4 miljoen beschikbaar. Het totale budget voor techniekluwe regio’s is hierdoor €20 miljoen.

Cofinanciering

Minimaal 10% van het subsidiabele deel van de totale meerjarenbegroting van het project moet bestaan uit cofinanciering door een of meerdere bedrijven. De penvoerder staat garant voor de cofinanciering.

Voorbeelden van cofinanciering:

  • Gastlessen aan leerlingen, gegeven door mensen uit het bedrijfsleven.
  • Bedrijven die uren en mankracht inzetten om mee te denken over beter techniekonderwijs.
  • Het bedrijfsleven helpt mee opdrachten te ontwikkelen voor in de klas.
  • Het ter beschikking stellen van materialen of apparatuur.
  • Ruimtes beschikbaar stellen voor evenementen.
  • Meeorganiseren van evenementen.
  • Extra stages of meeloopdagen organiseren buiten het reguliere curriculum om.

Subsidie aanvragen

U kunt geen subsidie meer aanvragen.

Beoordeling van uw aanvraag

Wij beoordelen uw aanvraag aan de hand van het beoordelingskader in bijlage 1 van de regeling. U kunt alleen subsidie krijgen als uw aanvraag aan alle criteria voldoet.

Besluit over uw aanvraag

Heeft u subsidie aangevraagd? Dan ontvangt u uiterlijk 31 januari 2025 een besluit. Wordt uw aanvraag afgewezen? Dan kunt u van 1 tot en met 28 februari 2025 een gewijzigde aanvraag indienen. U ontvangt dan uiterlijk 1 mei 2025 een besluit.

Uitgewerkt activiteitenplan

Wordt uw aanvraag toegekend? Dan stuurt de penvoerder uiterlijk op 15 april 2025 een uitgewerkt activiteitenplan en een uitgewerkte begroting. De adviescommissie beoordeelt het plan en de begroting aan de hand van het beoordelingskader in bijlage 2 van de regeling. Bij de eerste voortgangsrapportage stuurt u opnieuw een uitgewerkt activiteitenplan en een uitgewerkte meerjarenbegroting.

Voortgangsrapportages en eindverslag

De penvoerder stuurt tijdens de subsidieperiode 2 voortgangsrapportages. In deze rapportages beschrijft u de bereikte mijlpalen en doelen, waaronder de uitgevoerde activiteiten en hoe de subsidie is besteed.

  1. De eerste rapportage gaat over de periode van 1 januari 2025 tot en met 31 juli 2026. Deze stuurt u uiterlijk 1 oktober 2026. U stuurt dan ook opnieuw een uitgewerkt activiteitenplan en een meerjarenbegroting mee voor de jaren 2027 en 2028. In dit plan verwerkt u de lessen van 1 januari 2025 tot en met 1 oktober 2026, bijvoorbeeld op basis van het oordeel van de adviescommissie op het eerste uitgewerkte plan. De adviescommissie beoordeelt weer het plan en de begroting aan de hand van het beoordelingskader in bijlage 2 van de regeling.
  2. De tweede rapportage gaat over de periode van 1 augustus 2026 tot en met 31 juli 2028. Deze stuurt u uiterlijk 1 oktober 2028.

De penvoerder stuurt uiterlijk op 1 juni 2029 een eindverslag. Dit bestaat uit een activiteitenverslag en een financieel verslag. Het financieel verslag hoeft niet voorzien te zijn van een controleverklaring.

Meldingsplicht bij wijzigingen

Zijn er activiteiten die u niet, niet op tijd of niet volledig kunt uitvoeren? Of verandert er iets aan uw situatie? Dan moet u dit schriftelijk aan ons melden. Doe dit zo snel mogelijk.

Let op: DUS-I kan de subsidie verlagen als u niet aan de meldingsplicht voldoet.

Subsidie verantwoorden

U verantwoordt de subsidie in de jaarverslaggeving volgens de regeling jaarverslaggeving onderwijs, met model G2.

Overzicht belangrijke data

Juni 2024 Vooraanmelding
1 september 2024 9.00 uur Start aanvraagperiode
1 oktober 2024 16.00 uur Einde aanvraagperiode
Uiterlijk 31 januari 2025 Besluit over uw aanvraag
Uiterlijk 15 april 2025 Insturen uitgewerkt activiteitenplan en uitgewerkte begroting
Uiterlijk 1 oktober 2026 Insturen eerste voortgangsrapportage en uitgewerkt activiteitenplan en meerjarenbegroting
Uiterlijk 1 oktober 2028 Insturen tweede voortgangsrapportage
Uiterlijk 1 juni 2029 Insturen eindverslag

Meer informatie

Alle informatie staat in de regeling.

Heeft u vragen? Neem contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.