'Bij rampen moet eigenlijk alles gisteren gebeuren'

De Kaderregeling VWS financiert impactvolle initiatieven in de zorg. In dit drieluik ontdek je aan de hand van drie verhalen hoe deze subsidies ook jouw dagelijks leven en dat van je omgeving raken. In het tweede deel kijken we naar het werk van het Rode Kruis.

Meer klantverhalen

Stel je voor: het water stijgt, straten lopen vol en in jouw wijk valt plotseling de stroom uit. Voor even lijkt alles stil te vallen, maar juist dán moet er snel gehandeld worden. Het Rode Kruis is de organisatie die je dan in de verte ziet verschijnen: wit met rode kruizen, herkenbaar, betrouwbaar. “In tijden van nood ben je eerst op jezelf aangewezen of op de mensen om je heen. Maar het Rode Kruis is er om die kring groter te maken,” vertelt Yvonne Breedijk, manager team overheidsrelaties. En bij die taak speelt subsidie vanuit DUS-I een cruciale rol.

Yvonne werkt al acht jaar voor de organisatie, waarvan de laatste jaren in nauwe samenwerking met het ministerie van VWS via het programma Goed Voorbereid. Waar de focus vroeger lag op veiligheid in en om het huis (“Hoe voorkom ik dat ik val? Hoe geef ik EHBO?”), is het zwaartepunt tegenwoordig verschoven naar crisis en noodsituaties. Opvang van vluchtelingen, wateroverlast, pandemieën: scenario’s waarin je je niet kunt permitteren te wachten op hulp die pas later arriveert. “Een EHBO-diploma of een noodpakket in huis klinkt misschien triviaal, maar kan het verschil maken,” legt Yvonne uit.

Grootste hulpoperatie

De coronapandemie betekende een kantelpunt voor het Rode Kruis. “Het was de grootste, hulpoperatie in Nederland sinds de waternoodramp in 1953,” benadrukt Yvonne. Duizenden Rode Kruis-vrijwilligers en beroepskrachten hielpen bij test- en vaccinatielocaties, ondersteunde zorgorganisaties en ziekenhuizen. Anderen brachten voedselpakketten rond bij gezinnen die plotseling zonder inkomen zaten. Zelfs mondkapjes werden massaal ingezameld: van tandartsen tot aannemers, alles werd gecontroleerd door het Rode Kruis en via VWS verspreid naar zorgorganisaties. “De mondkapjes werden op allerlei manieren aangeleverd. Dat was soms improviseren. Zo werden dozen en tassen afgegeven of bezorgd via post of koeriers, maar het werkte,” glimlacht Yvonne.

Naast de praktische hulpverlening is publieksvoorlichting bij noodsituaties doorslaggevend. Bijvoorbeeld door middel van workshops, voorlichtingsbijeenkomsten en uiteenlopende EHBO-cursussen voor specifieke doelgroepen. “We kijken altijd samen met organisaties hoe we trainingen toegankelijk kunnen maken,” zegt Yvonne. “Iemand met een hulphond heeft bijvoorbeeld een aangepaste EHBO-cursusvorm nodig. Afhankelijk van de behoeften kan dat een langere cursus zijn of een andere manier van lesgeven. Het uitgangspunt is: hoe zorgen we dat iedereen mee kan doen?”

Ook digitaal zoekt het Rode Kruis nieuwe wegen. Tijdens de pandemie bleek bijvoorbeeld dat niet iedereen de informatievoorziening vanuit de overheid even goed ontving. Zo waren er groepen die met persconferenties nauwelijks bereikt werden, zoals arbeidsmigranten. Het Rode Kruis zette daarom een telefonische hulplijn en een meertalige WhatsApp-service op.

Vergroot afbeelding Hulp op straat
Beeld: ©Rode Kruis

Auxiliaire rol

“We zijn een auxiliaire organisatie, dus overheden mogen altijd een beroep op ons doen. Maar om die rol goed te kunnen vervullen, moeten we wel voorbereid zijn,” zegt Yvonne. “Dat betekent dat we nu al moeten weten welke ondersteuning de overheid van ons verwacht in crisissituaties. Alleen dan kunnen we zorgen dat we een stevige basis hebben om op te schalen wanneer het nodig is.”

Bij die voorbereiding kijkt het Rode Kruis verder dan alleen noodhulp en informatievoorziening. De organisatie zet zich ook in voor structurele ondersteuning, bijvoorbeeld bij het helpen van mensen in voedselnood met tijdelijke boodschappenkaarten. Yvonne benadrukt het belang van een duidelijke en duurzame samenwerking met de overheid, gebaseerd op heldere afspraken die vooraf zijn gemaakt. “Want als we pas gaan afstemmen op het moment dat de nood hoog is, dan is het eigenlijk al te laat. We zoeken daarom samen met de overheid naar manieren om onze nationale weerbaarheid te versterken, zodat we in Nederland beter voorbereid zijn op toekomstige noodsituaties.”

De fijne samenwerking met DUS-I en VWS helpt daarbij. Yvonne prijst vooral de balans tussen vertrouwen en verantwoording van de besteding van het geld. “Natuurlijk moet je bewijzen dat publiek geld goed wordt besteed. Maar er is ook ruimte om je plan uit te voeren en snel te schakelen. In tijden van crisis is dat essentieel.” Yvonne is blij met die dynamiek, ook al vergt het vaak een compromis. Ze legt uit dat de relatief lage snelheid waarmee de overheid subsidies toekent, botst met de urgentie van noodsituaties. “Bij rampen moet eigenlijk alles gisteren gebeuren. Binnen subsidieland is dat lastig, omdat er altijd een concreet doel en een doorlooptijd is. Het zijn twee verschillende werelden, maar gelukkig vinden we samen meestal wel een oplossing.”

www.rodekruis.nl