Schriftelijke stakeholder uitvraag
Het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (Directie Emancipatie) is voornemens een subsidieregeling uit te zetten als onderdeel van de aanpak van geweld tegen vrouwen en femicide. Voor u ligt de schriftelijke stakeholder uitvraag die ter voorbereiding op een mogelijke subsidieregeling is opgesteld. De input uit deze aanvraag wordt gebruikt om de opzet en richting van de subsidieregeling uit te werken. Deze stakeholder uitvraag is geen onderdeel van de mogelijke subsidieregeling maar een consultatieronde. Aan deze schriftelijke stakeholder uitvraag kunnen geen rechten of verplichtingen worden ontleend.
In deze uitvraag staat de vorming van een mannenanalliantie, zoals opgenomen in het Plan van aanpak ‘Stop Femicide!’ van 7 juni 2024 centraal. De uitvraag bevat een nadere toelichting op de aanleiding en achtergrond, doelstellingen en activiteiten van de mannenalliantie, alsmede de inhoudelijke en organisatorische opzet. Ten slotte wordt partijen verzocht een antwoord te formuleren op de stakeholder uitvraag onderaan het document.
Het Bestuursdepartement nodigt u uit om vóór 15 augustus om 12.00 uur te reageren op deze stakeholder uitvraag door uw reactie op te sturen naar nationaalactieprogrammasggensg@minocw.nl. Het Bestuursdepartement stelt de beantwoording van de vragen zeer op prijs.
Eventuele vragen kunt u stellen via nationaalactieprogrammasggensg@minocw.nl.
Let op: deze consultatie maakt geen onderdeel uit van de uiteindelijke subsidieregeling.
Aanleiding en achtergrond
Gendergerelateerd geweld en femicide zijn een groot maatschappelijk probleem. Het kabinet zet zich in om geweld tegen vrouwen en femicide te voorkomen: van preventie tot strafrechtelijke aanpak. Het kabinet erkent daarbij het belang van het aanpakken van bestaande ongelijkheden en machtsverhoudingen in de samenleving, onder andere middels bewustwording en interventies omtrent beperkende en schadelijke gendernormen, rollen en relaties. Aangezien mannen en jongens het merendeel van de plegers van geweld tegen vrouwen en lhbtiq+ personen zijn, is een effectieve aanpak uitsluitend mogelijk als mannen onderdeel zijn van de oplossing. Tegelijkertijd vormen deze mannen en jongens ongeveer de helft van de samenleving en bevinden zij zich in uiteenlopende leefwerelden en sociale netwerken, waardoor zij ook in de rol van omstander een essentiële bijdrage kunnen leveren aan het tegengaan van schadelijke opvattingen en gedrag. Het kabinet wil inzetten op de rol van mannen en jongens bij het voorkomen van geweld tegen vrouwen en in het bijzonder femicide. Het kabinet wil daarom een integrale ‘mannen-alliantie’ faciliteren. Dit is opgenomen in het Plan van aanpak ‘Stop Femicide!’ dat op 7 juni 2024 met de Tweede Kamer is gedeeld (zie Kamerstukken II 2023/24, 28345, nr. 278).
Om geweld tegen vrouwen en meiden - en in het bijzonder femicide - te bestrijden moeten we oog hebben voor de grondoorzaken. De cirkel van geweld kan duurzaam doorbroken worden als de oorzaak van het geweld wordt weggenomen. Gender (als systeem van macht) is onderdeel van het complex aan oorzaken dat bijdraagt aan het ontstaan en voortduren van geweld tegen vrouwen, waaronder femicide (zie Verwey-Jonker Instituut, Huiselijk geweld een complex en hardnekkig probleem. Derde Cohortstudie: Resultaten van de aanpak partnergeweld en kindermishandeling, 2023; Baugher en Gazmararian, Masculine gender role stress and violence: A literature review and future directions, 2015). Verwachtingen ten aanzien van mannelijkheid en vrouwelijkheid kunnen leiden tot afhankelijkheden, ongelijke machtsverhoudingen, geweld en moord (zei Alliantie Act4respect, De piramide van geweld, 2024). Dit kan bijvoorbeeld verklaard worden aan de hand van het fenomeen Masculine Gender Role Stress. Masculine Gender Role Stress refereert aan de angst van bepaalde mannen wanneer ze het gevoel hebben dat ze in hun mannelijkheid worden aangetast en zich gedwongen voelen te overcompenseren door geweld te gebruiken.
Schadelijke opvattingen ten aanzien van gender zijn wijdverspreid in de Nederlandse samenleving, dit toont zich zowel offline als online. Zo is er in toenemende mate sprake van online mannensubculturen – zoals de manosphere – waarin onder andere schadelijke gendernomen worden gedeeld. Uit de literatuur komt naar voren dat de populariteit van manosphere influencers samenhangt met een verlaagde sociale veiligheid op scholen, verminderd sociaal welzijn van jongeren en grotere risico’s op geweld, in het bijzonder tegen meiden en vrouwen, transfobie en haat tegen lhbtiq+ personen, en racisme. De mannenalliantie richt zich daarom ook op het voorkomen van aanhaking bij deze groepen.
Het wegnemen van gender als oorzaak van geweld vereist dat schadelijke opvattingen worden tegengegaan. Men moet zich ervan bewust zijn elke opvattingen beperkend of schadelijk zijn en dat deze tot geweld kunnen leiden.
Daarna moeten dit soort opvattingen vervangen worden door alternatieve, positieve opvattingen over mannelijkheid en vrouwelijkheid, relaties en gelijkwaardigheid meer algemeen. Op deze manier kan de cirkel van het ontstaan en voortduren van geweld doorbroken worden. Als geweld toch plaatsvindt dienen interventies rekening te houden met de rol van gender in het ontstaan en voortduren van geweld.
In het Plan van aanpak ‘Stop Femicide!’ zijn vier pijlers geformuleerd. De pijlers helpen om overzicht te krijgen in de veelheid van ambities en activiteiten. Ze zijn getoetst bij professionals, wetenschappers, maatschappelijke organisaties, nabestaanden en ervaringsdeskundigen. De mannenalliantie zal zich richten op deze vier pijlers.
In de tabel hieronder zijn de vier pijlers uit het plan van aanpak weergegeven:
Voorkomen van dodelijk geweld tegen vrouwen en meisjes door (ex-)partner of familie | |||
Pijler 1: Primaire preventie Geweld voorkomen door grondoorzaken weg te nemen |
Pijler 2: Zicht op (dreigend) geweld Risicosituaties snel in beeld hebben en goed inschatten wat nodig is |
Pijler 3: Interventies en hulpverlening Maatregelen voor de bescherming van slachtoffers en voor de aanpak van plegers |
Pijler 4: Inzicht in probleem en aanpak Onderzoek en monitoring |
Signaleren | (Strafrechtelijke) aanpak plegers | Zicht op aard en omvang | |
Veiligheids- en risicotaxatie | Bescherming en ondersteuning slachtoffers | Kennis over aanpak | |
Kennis over fenomeen femicide | |||
Integrale en vroegtijdige samenwerking tussen deskundige professionals, in een goed geïnformeerde samenleving |
Aard en doel
Voorgenomen subsidieregeling
Het doel van de voorgenomen subsidieregeling is een ‘mannenalliantie’ te faciliteren. Onder de alliantie wordt een samenwerkingsverband van organisaties verstaan die zich richt op de rol van mannen bij de aanpak van gendergerelateerd geweld. De mannenalliantie zal een actieve bijdrage levert aan het voorkomen, signaleren en bestrijden van geweld tegen vrouwen – in het bijzonder femicide – door jongens en mannen bij de aanpak te betrekken. Hierbij dient de mannenalliantie voort te bouwen op en gebruik te maken van kennis, ervaring en expertise van diverse organisaties, voorlopers en sleutelfiguren en literatuur op het gebied van bewustwording en oplossingen rondom beperkende en schadelijke gendernormen, het bereiken van mannen en het activeren van jongens en mannen in het tegengaan van schadelijke normen en gedrag.
De mannenalliantie die opgericht dient te worden moet gebaseerd zijn op de vier pijlers uit het plan van aanpak ‘Stop Femicide!’ (zie paragraaf 1 hierboven). Op grond van dit beleidskader zijn de volgende subonderdelen geformuleerd als onderdeel van de mannenalliantie:
- Samenwerkingsverband
- Bewustwording en normverandering
- Gendersensitieve interventies en deskundigheid
- Inzicht in probleem en aanpak & aanbevelingen
De voorgenomen subsidie wordt verstrekt voor een periode van twee jaar, de kalenderjaren 2026 en 2027. Op grond van de voorgenomen subsidieregeling kan een plan van aanpak voor de mannenalliantie ingediend worden. De voorgenomen subsidieregeling biedt de mogelijkheid tot verlenging van de subsidie, mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. Het streven is om de voorgenomen subsidieregeling in het najaar van 2025 te publiceren.
Hieronder worden de 5 subonderdelen van de opdracht nader toegelicht.
Samenwerkingsverband Mannenalliantie
Het samenwerkingsverband
Het samenwerkingsverband van de mannenalliantie bestaat uit diverse (mannen)organisaties, voorlopers en sleutelfiguren met expertise op het gebied van mannenemancipatie, het betrekken van jongens en mannen en het tegengaan van gendergerelateerd geweld. Het samenwerkingsverband bestaat uit organisaties die in staat zijn mannen en jongens met een gemiddeld tot matig probleembesef met betrekking tot geweld tegen vrouwen – en in het bijzonder femicide – te bereiken, sleutelfiguren en voorlopers kunnen door deze organisaties ingezet worden. Het is essentieel dat de alliantie al is gevormd vóór de aanvraag. Een penvoerder dient namens het samenwerkingsverband de subsidieaanvraag in. Het samenwerkingsverband moet in staat zijn om direct bij aanvang van de subsidie te starten met de uitvoering van het ingediende plan van aanpak.
Penvoerder
Namens het samenwerkingsverband wordt één organisatie geselecteerd die als penvoerder/vertegenwoordiger optreedt. Aan de penvoerder zal door de minister de voorgenomen subsidie worden verstrekt voor het voornoemde samenstel van activiteiten. De penvoerder stelt samen met het samenwerkingsverband een plan van aanpak op en is verantwoordelijk voor het coördineren van deze mannenalliantie. Er wordt daarbij een samenwerkingsovereenkomst overeengekomen. De samenwerkingsovereenkomst bevat een beschrijving van de wijze waarop elk van de partijen bijdraagt aan de werkzaamheden van de alliantie en van de wijze waarop de besluitvorming in de alliantie plaatsvindt.
Diversiteit partijen samenwerkingsverband
De samenwerkingspartners hebben expertise en ervaringsdeskundigheid op het gebied van mannenemancipatie, het werken met jongens en mannen om gendergelijkheid te bevorderen, gendergerelateerd geweld tegen te gaan of kunnen op een andere manier een relevante bijdrage leveren aan de doelstellingen.
De mannenalliantie borgt een inclusieve en intersectionele benadering. Organisaties/partijen binnen het samenwerkingsverband vormen zoveel mogelijk een afspiegeling van de diversiteit in de Nederlandse samenleving. Zij tonen aan dat zij ervaring hebben met het werken met diverse groepen, bijvoorbeeld qua sociaal-economische positie, regio, opleidingsniveau, culturele of religieuze achtergrond of beroepen. Een ruime landelijke spreiding van de betrokken organisaties heeft de voorkeur. Deze organisaties vullen elkaar aan.
Een belangrijk onderdeel van de opdracht is het creëren van een succesvolle samenwerking binnen de alliantie. Onder een succesvolle samenwerking wordt verstaan dat met (bestaande) interventies een groter deel van de beoogde doelgroep wordt bereikt en dat voor meer effectiviteit wordt gezorgd, waarbij interventies beter op elkaar aansluiten. Dit vraagt om een duidelijke rolverdeling, gezamenlijke leer- en reflectiemomenten en het kunnen omgaan met mogelijk spanningsvolle thema’s rondom mannelijkheid, privileges en machtsverhoudingen.
Doelgroep
Gendergerelateerd geweld en femicide raakt alle lagen van de bevolking. De mannenalliantie borgt een inclusieve benadering, waarbij rekening wordt gehouden met diversiteit onder jongens en mannen qua achtergrond, regio, opleidingsniveau en leefwereld. De interventies richten zich vooral op jongens en mannen met een gemiddeld tot matig probleembesef. De mannenalliantie richt zich op de verschillende levensfases van jongens en mannen en toont evidence based aan waarom, wanneer en op welke manier een interventie daar het beste bij aansluit.
Bestaande initiatieven en kennis
Door het samenwerkingsverband wordt toegelicht hoe de bestaande expertise van de verschillende partijen elkaar aanvult en hoe de partijen in staat zijn om verschillende groepen mannen te bereiken. De alliantie maakt bij de uitvoering van de gesubsidieerde activiteiten zo veel mogelijk gebruik van bewezen effectieve initiatieven, (internationale) best practices, kennis, methodieken en samenwerkingen. Hierbij dient er specifiek gekeken te worden naar methodieken gericht op de diversiteit aan verschillende groepen. U onderbouwt op welke manier uw interventies aansluiten bij of ingaan op de specifieke dynamiek van moeilijk te bereiken groepen, waaronder mannen die (latent of actief) aansluiting vinden bij digitale mannensubculturen met schadelijke gendernormen. Waar nodig ontwikkelt de alliantie zelf kennis en methodieken en werkt de alliantie samen met relevante lokale partijen/sleutelfiguren. Ook wordt er aansluiting gezocht bij initiatieven gericht op de bevordering van gendergelijkheid meer algemeen.
Online omgeving
De alliantie toont aan dat de deelnemende organisaties en uit te voeren interventies oog hebben voor online influencers en mannengemeenschappen die problematische gendernormen verspreiden.
De mannenalliantie besteedt in de interventies expliciet aandacht aan het voorkomen én tegengaan van aansluiting bij digitale subculturen, zoals de manosphere, waarin schadelijke normen over vrouwen worden verspreid. U toont aan dat u in staat bent om de mechanismen van deze groepen te herkennen, bespreekbaar te maken met jongens en mannen met een gemiddeld tot matig probleembesef, en alternatieve perspectieven aan te reiken die aansluiten bij een samenleving waar iedereen zichzelf kan zijn.
Landelijke spreiding
De mannenalliantie werkt in verschillende regio’s in Nederland in grotere en kleinere gemeenten binnen en buiten de Randstad. Bij het selecteren van de regio’s waar de alliantie te werk gaat weegt de alliantie de prevalentie van femicide en (gewelds)patronen die hieraan vooraf gaan mee. De mannenalliantie werkt in ieder geval in tien verschillende regio’s en betrekt bestaande lokale initiatieven bij de uitvoering van de werkzaamheden. Bij het selecteren van organisaties die onderdeel worden van het samenwerkingsverband weegt de alliantie de landelijke spreiding mee. Er wordt toegewerkt naar landelijke spreiding en structurele inbedding van de aanpak.
Bewustwording en normverandering
Bewustwordingsinterventies & handelingsperspectief omstanders
De mannenalliantie voert interventies uit gericht op de bewustwording van de impact die schadelijke opvattingen over gender en geweld hebben, en wat positieve niet schadelijke opvattingen zijn die meer gelijkwaardigheid waarborgen. De alliantie voert de bewustwordingsinterventies uit op verschillende locaties, bijvoorbeeld op school, de sportclub, werk, het openbaar vervoer, online en thuis om hiermee een brede groep mannen te bereiken.
De mannenalliantie voert, op basis van interventies uit het samenwerkingsverband en bestaande kennis over omstanderinterventies, interventies uit gericht op mannen en jongens met een gemiddeld tot matig probleembesef ten aanzien van:
- wat schadelijke opvattingen over gendernormen zijn;
- waar deze schadelijke opvattingen vandaan komen;
- wat signalen van gendergerelateerd geweld zijn;
- wat de rode vlaggen voor femicide zijn;
- hoe zij dit herkennen, en;
- wat zij kunnen doen als zij dit bij zichzelf en anderen herkennen.
Train-de-trainers
Om de bewustwordingsinterventies effectief en duurzaam te maken, is het essentieel dat de personen die deze interventies uitvoeren, en betrokken vrijwilligers en sleutelpersonen, ook bewust zijn hoe hun eigen ervaringen en vooroordelen kunnen meespelen. De (lokale) uitvoeders van interventies, bijvoorbeeld sleutelfiguren of vrijwilligers, worden getraind voor het bevorderen van expertise en voor het vergroten van bewustwording van eigen vooroordelen. De mannenalliantie traint hen hoe zij moeten werken aan de bewustwording van schadelijke normen en de verandering naar een positieve norm. Dit gebeurt op basis van evidence based trainingen.
Daarnaast worden ‘train-de-trainers’ aangeboden aan gemeenten/regio’s door de mannenalliantie. Gemeenten spelen een cruciale rol in de preventie van geweld tegen vrouwen, waaronder femicide. Dit biedt de mogelijkheid om duurzame kennis te ontwikkelen en stelt gemeenten in staat om de aanpak verder uit te rollen en te verankeren op plekken waar het nodig is. Gemeenten die ondersteuning willen kunnen op deze manier expertise borgen. Door lokale professionals en sleutelfiguren te trainen, kunnen zij anderen bewust maken en bijdragen aan structurele preventie. Daarbij is aandacht voor het
herkennen van en interveniëren op signalen van aanhaking bij online digitale mannensubculturen waarin genderongelijkheid wordt genormaliseerd of verheerlijkt. De voorkeur heeft om contact te zoeken met gemeenten waar de aanpak nog achterloopt of aanvullende actie nodig is. Lokale partners, ervaringsdeskundige en sleutelfiguren worden hierbij betrokken.
Activeren rolmodellen en voorlopers
Als onderdeel van de bewustwordingsinterventies en train-de-trainers laat u zien hoe u rolmodellen en voorlopers op het gebied van positieve normen/mannelijkheid betrekt die aansluiting hebben bij de doelgroep of onderdeel zijn van de doelgroep. Het is van belang dat verandering van binnenuit komt en interventies aansluiten bij de belevingswereld van de doelgroep. Denk aan rolmodellen verspreid over verschillende leefgebieden, zoals op school, in de sportclub, bij praatgroepen, religieuze groepen, op werk, op social media, in het publieke domein etc. Hierbij wordt ook gekeken naar het belang van rolmodellen voor moeilijk te bereiken doelgroepen.
Advisering gendersensitieve interventies & deskundigheidsbevordering
De pleger is deel van het geheel (systeemgerichte benadering). Om geweld te voorkomen of stoppen, moet niet alleen het slachtoffer worden beschermd, maar moet er ook iets veranderen bij de pleger. Het is dus heel belangrijk dat er naast eerder genoemde interventies ook wordt gefocust op hulp aan de pleger, zodat huiselijk geweld en femicide effectief kan worden voorkomen en/of aangepakt. Als (vrijwillige) hulpinterventies op tijd worden ingezet, helpt dat om patronen en geweldsdynamiek te doorbreken, geweld te bestrijden en femicide/escalatie van geweld te voorkomen. Ook de deskundigheid van professionals die de plegerinterventies uitvoeren is daarbij van belang.
De mannenalliantie werkt samen met relevante aanbieders van interventies bij het verbeteren van de inzet van hulpverlening en interventies voor plegers van geweld tegen vrouwen op hun behoeften, eigenschappen en overtuigingen – in het vrijwillige en, indien nodig, in het gedwongen kader (forensische zorg). Het uitgangspunt daarbij is dat deze hulpverlening en interventies specifiek worden ingericht of ontwikkeld in lijn met de Europese standaarden voor plegerinterventies van het Europees netwerk voor het werken met plegers van huiselijk geweld. Hierbij is ook aandacht voor de deskundigheidsbevordering van professionals die betrokken zijn bij deze hulpverlening en interventies. Uit onderzoek blijkt dat faciliterende vaardigheden van belang zijn voor het verbeteren van de resultaten van interventies, deskundigheidsbevordering van professionals die interventies uitvoeren is daarom van belang. De Europese standaarden voor pleger interventies bevatten het uitgangspunt dat het veranderen van schadelijke gendernormen middels de interventie een uitgebreid proces is dat niet alleen tot uiting dient te komen in de inhoud van de interventie maar ook in de houding en opvattingen van de facilitator van de interventie.
Advisering gendersensitieve interventies
De mannenalliantie analyseert in hoeverre de op basis van een eigen analyse en samen met het veld geselecteerde plegeren systeeminterventies die in het vrijwillig kader worden ingezet, en eventueel ook interventies die in het gedwongen kader worden ingezet, in de aanpak van huiselijk geweld en geweld tegen vrouwen, genderongelijkheid als grondoorzaak van geweld adresseren en de pleger inzicht geven in het feit dat huiselijk geweld gender gerelateerd is/kan zijn. U adviseert of, en zo ja hoe, deze interventies gendersensitiever kunnen worden en onderbouwt waarom en hoe een verbeterde gendersensitiviteit beter tot de beoogde gedragsverandering van de pleger en in het systeem moet leiden. Hierbij ligt de focus op pleger interventies en systeeminterventies waarin mannen een rol spelen als veroorzaker van geweld of drager van schadelijke patronen. U stelt het advies zo op dat de interventies na implementatie van uw aanbevelingen in lijn zijn met de Europese standaarden voor pleger-interventies. U doet dit voor maximaal 10 geselecteerde interventies. Het advies richt zich aan de aanbieder van de interventie. De advisering richt zich niet op slachtofferinterventies. U beschrijft in uw plan van aanpak hoe u de analyse van de te selecteren interventies vormgeeft, hoe u commitment organiseert onder de te betrekken veldpartijen en met welke deskundigen en organisaties u deze analyse en selectie gaat uitvoeren.
Deskundigheid van professionals
Een plan van aanpak waarin wordt opgenomen dat u in uw advisering specifieke aandacht heeft voor de benodigde deskundigheid van de professionals die betrokken zijn bij de hulpverlening en interventies waar u over adviseert geniet de voorkeur. U beschrijft daarvoor in uw plan van aanpak hoe u zal komen tot aanbevelingen die de aanbieder van de interventie concrete handvatten biedt om de benodigde deskundigheid te realiseren m.b.t. de houding en opvattingen van de facilitator van de interventie. U richt zich hierbij in ieder geval op bewustwording van hun eigen gendernormen en hoe deze gendernormen hun werk kunnen beïnvloeden.
Een aanvullende voorkeur gaat uit naar een plan van aanpak waarin ook aanbevelingen t.a.v. de deskundigheid van professionals die betrokken zijn bij de hulpverlening en interventies zijn opgenomen die zich richten op kennis en bewustwording van hoe digitale mannengemeenschappen (zoals de manosphere) invloed kunnen uitoefenen op het zelfbeeld en de normen van plegers.
Inzicht in probleem en aanpak
Inhoudelijke en procesmatige evaluatie van het probleem en de aanpak
De mannenalliantie levert een aanbevelingenrapport op waarin de resultaten van de verschillende fasen beschreven worden, welke activiteiten effectief zijn gebleken, wat concrete oplossingsrichtingen zijn en op welke manier de uitvoering van deze activiteiten geborgd kan worden. Dit dient om meer inzicht te bieden ten aanzien van de rol van mannen en hun overtuigingen/aannames over vrouwen in het voorkomen van femicide.
Alhoewel er veel literatuur en onderzoek beschikbaar is over geweld tegen vrouwen, is er minder bekend over de rol van mannen in het voorkomen van geweld tegen vrouwen en femicide. U geeft in het rapport een overzicht van opgedane kennis over de rol van jongens en mannen in het voorkomen van femicide. Hierin neemt u mee op welke manier zowel de Rijksoverheid als lokale overheden en (maatschappelijke)organisaties de borging van deze activiteiten kunnen vormgeven en welke randvoorwaarden hiervoor nodig zijn. De aanbevelingen worden gedaan als input voor beleid, (maatschappelijke
en hulp) organisaties en verdere beleidsvorming.
In kaart brengen initiatieven & aanbevelingen
Als onderdeel van het aanbevelingenrapport brengt de mannenalliantie bestaande initiatieven, (mannen)organisaties, sleutelfiguren in Nederland in kaart die zich richten op mannenemancipatie, het doorbreken van schadelijke gendernormen en het betrekken van jongens en mannen in het voorkomen van geweld tegen vrouwen. Hierbij wordt aandacht besteed aan initiatieven die zich tevens richten op de online mannengemeenschappen waarin schadelijke gendernormen worden verspreid, zoals de manosphere. Deze organisaties en initiatieven moeten zich richten op de afspiegeling van de Nederlandse samenleving, en verschillende groepen daarin, bijvoorbeeld qua sociaal-economische positie, opleidingsniveau, culturele of religieuze achtergrond of beroepen. Op basis van de resultaten wordt onderzocht welke hiaten aanwezig zijn (zoals welke groepen (jonge) mannen of regio’s niet worden bereikt). De alliantie maakt daarbij inzichtelijk welke interventies nog ontbreken of welke elementen toegevoegd zouden moeten worden aan bestaande interventies en hoe dit onderbouwd zou moeten worden aangepakt. Daarin wordt gekeken naar wat er nodig is om bestaande partijen te professionaliseren en het verbreden van bereik op plekken waar het nodig is.
Vragenlijst stakeholder uitvraag
Wij verzoeken u ons vooral suggesties te doen om de voorgenomen subsidieregeling goed aan te laten sluiten op de praktijk, bestaande expertise en kennis en oplossingen. De input op deze vragen dient als oriëntatie voor de voorgenomen subsidieregeling en om de reikwijdte en inhoud hiervan vorm te geven. Uw input zal niet worden meegewogen indien u uiteindelijk een subsidieverzoek indient op basis van deze regeling. Wij ontvangen graag uw reactie via nationaalactieprogrammasggensg@minocw.nl vóór 15 augustus 2025 om 12.00 uur.
Reden interesse
- Wat is de reden dat u geïnteresseerd bent in deze stakeholder uitvraag en mogelijke subsidie. Welke overwegingen heeft u om deel te nemen?
- Welke rol ziet u voor zichzelf in de mannenalliantie? Als penvoerder of anderszins?
Doelen subsidie
- Uitgaande van uw eigen expertise, zijn er doelen of subonderdelen die volgens u ontbreken of overbodig zijn? Welke zijn dit?
- Uitgaande van uw expertise, wat zijn volgens u de belangrijkste onderdelen/activiteiten om in een mannenalliantie centraal te stellen?
- Uitgaande van uw eigen expertise, waar zou de focus op moeten liggen als je binnen deze mannenalliantie effectieve resultaten wil bereiken?
Doelgroep
- Uitgaande van uw expertise, op welke doelgroep(en) moeten de interventies zich voornamelijk richten? Op welke manier kunnen deze doelgroepen bereikt worden?
Subsidieomschrijving
- Aan welke partijen denkt u om het samenwerkingsverband/de mannenalliantie mee te vormen?
- Hoe bent u van plan om de samenwerking met andere partij(en) in te richten?
- Uitgaande van uw expertise, is de omschrijving van de doelen/onderdelen duidelijk genoeg als basis voor een door u op te stellen plan van aanpak?
Uitvoerbaarheid
- Uitgaande van uw expertise, zijn de te subsidiëren doelen/onderdelen voor u uitvoerbaar binnen twee jaar? Leg uit waarom wel of waarom niet?
- Kunt u op basis van de beschrijving van de huidige scope en onderdelen, een globale inschatting doen van de totale kosten in twee jaar? Wat is reëel voor het Bestuursdepartement om rekening mee te houden?
- Uitgaande van de voorgenomen subsidieomschrijving en voorgenomen start in januari 2026, hoeveel tijd is nodig om een plan van aanpak te schrijven en in te dienen?
- Gezien de te behalen resultaten, zijn er volgens u eisen aan de aanvrager waaraan zij moeten voldoen om de opdracht goed uit te kunnen voeren? Bijvoorbeeld op het gebied van bepaalde expertise, diversiteit en intersectionaliteit?
- Wat wilt u verder nog kwijt, behalve wat we u hebben gevraagd?