Versterking aansluiting beroepsonderwijskolom

Een goede aansluiting tussen opleidingen en onderwijssoorten in het beroepsonderwijs is belangrijk zodat studenten zich optimaal kunnen ontwikkelen. Onnodige drempels zorgen voor stress en onvrede en soms tot uitval of studiewissel die voorkomen had kunnen worden.

Met de subsidieregeling Versterking aansluiting beroepsonderwijskolom kunnen samenwerkingsverbanden in het onderwijs aansluitende opleidingsroutes tussen vmbo of havo-mbo-hbo ontwikkelen en uitvoeren. Het moet gaan om mbo- en hbo-opleidingen voor beroepen in sectoren met een tekort aan vakmensen: techniek, woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid en kinderopvang.

Voor wie

Deze subsidie is bedoeld voor samenwerkingsverbanden met daarin minimaal 1 vo-/vavo-/vso-instelling, 1 mbo-instelling en 1 hogeschool. De subsidie is alleen bedoeld voor bekostigde opleidingen en gericht op de overgang vo/vavo-mbo en mbo-hbo. De subsidie is niet bedoeld voor de doorstroom havo-hbo. Internationale schakelklassen vallen niet onder de regeling.

De mbo-instelling vraagt de subsidie aan als penvoerder van het samenwerkingsverband. Als mbo-instelling mag u meedoen aan de aanvraag van een andere mbo-instelling, maar u kunt per aanvraag maar één keer penvoerder zijn. Zo kunnen instellingen aansluiten bij elkaars trajecten.

Belangrijke voorwaarden

  1. In de aanvraag kunt u alleen opleidingen betrekken waarbij het percentage studenten dat in het eerste jaar het onderwijs verlaat of wisselt naar een opleiding in een andere sector minimaal 15% is. In deze overzichten ziet u welke opleidingen subsidie kunnen aanvragen en via welke instelling. U kunt alleen deze overzichten gebruiken. Opleidingen waar de uitval niet minimaal 15% is, staan niet in de overzichten. In de bijbehorende handleiding leest u hoe u uit de overzichten de gegevens haalt die u nodig hebt voor uw aanvraag.
  2. In de mbo-opleiding(en) moeten in totaal minimaal 30 studenten zijn ingestroomd die afkomstig zijn van vo-scholen en/of vavo-instellingen binnen het samenwerkingsverband. Dit kunnen dus meerdere vo-scholen zijn. In de hbo-opleiding(en) moeten minimaal 15 studenten ingestroomd zijn die afkomstig zijn uit de mbo-instelling(en) binnen het samenwerkingsverband. Dit kunnen dus meerdere mbo-instellingen zijn. Gebruik de overzichten om te zien welke opleidingen subsidie kunnen aanvragen.
  3. Staat uw mbo-instelling in een krimpregio? Dan gelden andere voorwaarden. Hebben alle deelnemende mbo-instellingen per instelling minder dan 10.000 studenten, en is de voorspelling voor het aantal studenten in 2037 een afname van minimaal 5%? Dan moeten in de mbo-opleiding(en) in totaal minimaal 15 studenten (in plaats van 30) zijn ingestroomd die afkomstig zijn van vo-scholen en/of vavo-instellingen binnen het samenwerkingsverband. In de hbo-opleiding(en) moeten minimaal 8 studenten (in plaats van 15) zijn ingestroomd die afkomstig zijn uit de mbo-instelling(en) binnen het samenwerkingsverband.
  4. De gekozen opleidingen zijn inhoudelijk aan elkaar verwant of sluiten op een andere manier logisch op elkaar aan, bijvoorbeeld de aansluiting in doorstroomcijfers. U moet dit wel in de aanvraag kunnen onderbouwen.
  5. De gekozen mbo- en hbo-opleidingen moeten opleiden tot beroepen in de sectoren techniek (inclusief ICT), woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid en/of kinderopvang. Kiest u een opleiding voor beroepen in een andere sector? Dan moet u apart aantonen met betrouwbare en openbaar raadpleegbare bronnen dat in die sector een tekort bestaat binnen de postcodegebieden waar de leerlingen en studenten binnen het samenwerkingsverband wonen.
  6. Bij de aanvraag of uiterlijk binnen 2 maanden nadat de subsidie is toegekend, geeft u aan DUS-I door wie de aansluitende opleidingsroute coördineert.
  7. Binnen 1 jaar nadat de subsidie is toegekend, start u met het ontwikkelen van de aansluitende opleidingsroute en u ziet er op toe dat binnen 3 jaar wordt begonnen met de uitvoering van de ontwikkelde aansluitende opleidingsroute.
  8. Jaarlijks stuurt u DUS-I informatie over:
    1. De status van de realisatie en de bijbehorende planning van de aansluitende opleidingsroute.
    2. De uitgevoerde activiteiten tot dan toe.
    3. De risico’s die de voortgang mogelijk kunnen vertragen.
    4. Een overzicht van eventueel aanvullend benodigde acties om de doelen te bereiken.
  9. Binnen 3 jaar nadat de subsidie is toegekend, stuurt u DUS-I een beschrijving van de opbouw en de inrichting van de onderwijsprogramma’s waarvoor de aansluitende opleidingsroute is ontwikkeld.  
  10. U werkt mee aan onderzoek dat de totstandkoming, inhoud en opbouw van de aansluitende opleidingsroutes in kaart brengt. Ook werkt u mee aan kennisdeling en andere activiteiten rondom aansluitende opleidingsroutes die tijdens en na de subsidieperiode door het ministerie van OCW worden georganiseerd.

Hoogte subsidie en budget

Per aanvraag wordt een vast bedrag toegekend van €1,26 miljoen.

In totaal is er voor deze regeling €150 miljoen beschikbaar. Het budget voor 2023 is €49,14 miljoen. Voor 2024 en voor 2025 is jaarlijks een bedrag beschikbaar van €50,4 miljoen.

Het budget wordt verdeeld op volgorde van binnenkomst van complete aanvragen. Vanaf 2024 wordt het bedrag eerst verdeeld over aanvragen van penvoerders die nog niet eerder subsidie via deze regeling hebben gekregen, daarna over aanvragen van penvoerders aan wie eenmaal subsidie is verstrekt, daarna over aanvragen van penvoerders aan wie tweemaal subsidie is verstrekt, en zo verder.

Subsidie aanvragen

In 2024 en 2025 kunt u van 1 mei tot en met 31 mei subsidie aanvragen voor 1 aansluitende opleidingsroute. Als er daarna nog budget beschikbaar is, kunt u van 15 augustus tot en met 15 september subsidie aanvragen voor een tweede aansluitende opleidingsroute.

Gebruik de overzichten om te zien voor welke opleidingen u subsidie kunt aanvragen.

In uw aanvraag beschrijft u:

  1. Uit welke onderwijsinstellingen het samenwerkingsverband bestaat.
  2. Voor welke opleidingen de aansluitende opleidingsroute zal worden ontwikkeld en uitgevoerd.
  3. Het aantal studenten dat is ingeschreven voor de mbo-opleiding of -opleidingen en afkomstig is uit één of meer van de vo-scholen en/of vavo-instellingen binnen het samenwerkingsverband, en het aantal studenten dat is ingeschreven voor de hbo-opleiding of -opleidingen en afkomstig is van één of meer mbo-instellingen binnen het samenwerkingsverband.
  4. Voor beroepen in welke tekortsectoren wordt opgeleid. Kiest u voor een andere sector dan techniek, woningbouw, zorg, onderwijs, klimaat en energie, veiligheid en kinderopvang? Dan toont u aan dat er in deze sector een tekort is binnen de postcodegebieden waar de leerlingen en studenten binnen het samenwerkingsverband wonen. Per aanvraag kunt u meerdere sectoren betrekken, op voorwaarde dat de opleidingen inhoudelijk verwant zijn en de onderwijsprogramma’s op elkaar afgestemd kunnen worden.
  5. De afspraken die binnen het samenwerkingsverband zijn gemaakt. U maakt in ieder geval afspraken over:
    1. Hoe u met elkaar gaat samenwerken bij het ontwikkelen, uitvoeren en verduurzamen van de aansluitende opleidingsroute.
    2. Hoe u het subsidiebedrag binnen het samenwerkingsverband gaat verdelen.
    3. De informatieverstrekking en verantwoording aan de penvoerder, zodat deze aan de verplichtingen van deze regeling kan voldoen.
    4. Het aanstellen van de coördinator.
  6. Een beschrijving van de opbouw en inrichting van de huidige onderwijsprogramma’s van de opleidingen waarvoor de aansluitende opleidingsroute zal worden ontwikkeld. En al bestaande samenwerkingsvormen op het gebied van afstemming, LOB (loopbaan oriëntatie begeleiding) en gezamenlijke leercontexten tussen de opleidingen (als deze aanwezig zijn).

Hoelang duurt het?

  • Vroeg u uiterlijk 31 mei subsidie aan? Dan ontvangt u uiterlijk 31 augustus een beslissing.
  • Vroeg u uiterlijk 15 september subsidie aan? Dan ontvangt u uiterlijk 15 december een beslissing.

Als uw subsidieaanvraag is goedgekeurd betalen we deze uit in 3 gelijke delen van €420.000. Voor aanvragen die zijn gedaan tot en met 31 mei ontvangt u dit bedrag jaarlijks in september. Voor aanvragen die zijn gedaan tot en met 15 september gebeurt dit jaarlijks in december.

Meldingsplicht bij wijzigingen

Doen zich omstandigheden voor waardoor u niet meer aan de subsidievoorwaarden kunt voldoen? Dan moet u dit aan ons melden. Doe dit tijdens de subsidieperiode.

Let op! DUS-I kan de subsidie verlagen als u niet aan de meldingsplicht voldoet.

Subsidie verantwoorden

Heeft u subsidie ontvangen? Dan moet u deze na afloop verantwoorden. Dit betekent dat u laat zien dat alle activiteiten zijn uitgevoerd en dat u aan alle verplichtingen voldeed.

U verantwoordt de subsidie in model G, onderdeel 1, in de jaarverslaggeving. Er is geen accountantsverklaring nodig.

Meer informatie

Alle informatie over deze subsidie staat in de regeling en de wijziging op de regeling (5 april 2024).

Heeft u vragen? Bekijk de vragen en antwoorden of neem contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.