Berekening subsidiabele kosten materieel

Op deze pagina leest u hoe u de subsidiabele kosten van materieel berekent voor de regeling (Ont)regelprojecten zorgaanbieders.

U kunt alleen subsidie aanvragen voor kosten die binnen de projectperiode vallen.

Geen subsidie voor restwaarde

Heeft aangeschaft materieel ná de projectperiode nog waarde? Dan noemen we dit restwaarde. Voor deze restwaarde kunt u geen subsidie aanvragen. De restwaarde van materieel moet u daarom niet opnemen in uw aanvraag. Vallen de kosten geheel in de subsidieperiode? Dan is er geen sprake van afschrijving.

Subsidiabele kosten berekenen

De restwaarde wordt bepaald op basis van lineaire afschrijving. Dat betekent dat de aanschafwaarde elk jaar evenveel vermindert. Standaard wordt er gerekend met 5 jaar. Voor apparatuur met een korte technische levensduur, zoals telefoons en tablets, is dit 3 jaar.

De kosten waar u subsidie voor kunt aanvragen, noemen we subsidiabele kosten. De subsidiabele kosten worden in het aanvraagformulier als volgt berekend:

Subsidiabele kosten = totale investering x (projectperiode/afschrijvingstermijn)

Voorbeeld

De kosten van een systeem zijn €15.000. De projectperiode is 0,85 jaar en de afschrijvingstermijn is 5 jaar.

Subsidiabele kosten = €15.000 * (0,85/5)

Subsidiabele kosten = €2.550

Wel of geen restwaarde?

Wel restwaarde

Voorbeelden van materieelkosten met een restwaarde:

  • Aanschaf van een systeem, zoals een EPD, printer of scanner
  • Aanschaf van een telefoon of tablet

De restwaarde van dit materieel is niet subsidiabel.

Geen restwaarde

Niet bij elke materieelpost is er een restwaarde. Sommige materieelkosten die binnen de projectperiode (kunnen) vallen zijn volledig subsidiabel, zoals:

  • Drukwerkkosten
  • Licentie- en hostingkosten (alleen tijdens de projectperiode)
  • Promotie- en communicatiemateriaal
  • Locatiekosten (alleen tijdens de projectperiode en toe te schrijven aan het project)