Vragen en antwoorden Stagefonds Zorg
Op deze pagina vindt u vragen en antwoorden over deze subsidieregeling.
Voor wie
Het komt steeds meer voor dat scholen voor speciaal onderwijs nauw samenwerken met zorginstellingen om zorg in de school te leveren aan de zorgbehoevende leerlingen.
Wanneer een student in deze situatie stage loopt kan er alleen een beroep worden gedaan op het Stagefonds Zorg door de zorginstelling. De student dient dan een stageovereenkomst te hebben met de zorginstelling. Voor stages gelopen in het kader van een mbo-opleiding geldt ook dat de zorginstelling een door de stichting Samenwerkingsorganisatie Beroepsonderwijs en Bedrijfsleven (SBB) erkend leerbedrijf moet zijn voor de opleiding die de student volgt.
De school voor speciaal onderwijs en de zorginstelling kunnen samen afspraken maken over de besteding van de subsidie. Daarnaast is een school voor speciaal onderwijs zelf een zorginstelling volgens de subsidieregeling als de school op enig moment gedurende het betreffende schooljaar zorg verleend heeft op basis van een van onderstaande wetten (eventueel via pgb):
- Wet langdurige zorg (Wlz)
- Jeugdwet
- Zorgverzekeringswet (Zvw, alleen basispakket)
- Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo 2015)
- Wet publieke gezondheid (GGD)
Dit kan de school dan aantonen door een bewijs van financiering op basis van een van de bovenstaande wetten te overleggen.
Let op: op dit bewijsstuk moeten persoonsgegevens, zoals persoonsnamen, adressen en burgerservicenummers (BSN) onzichtbaar worden gemaakt vanwege de AVG.
Nee, de derde leerweg valt niet onder het Stagefonds Zorg.
De derde leerweg is een erkende onderwijsvorm bij particuliere onderwijsinstellingen en kent geen urennorm voor beroepspraktijkvorming (stage) en onderwijstijd.
Stages in het kader van trainingen en cursussen vallen niet onder het Stagefonds Zorg. Ook niet als ze in het kader van het behalen van een certificaat voor een werkproces van een van de onder de subsidieregeling vallende opleiding worden gelopen.
Alleen stages gelopen in het kader van volledige opleidingen die opleiden tot een startkwalificatie (m.u.v. mbo niveau 1, deze opleiding leidt niet op tot een startkwalificatie, maar wel voor toegang tot mbo niveau 2) vallen onder het Stagefonds Zorg.
Voor het mbo houdt dat in dat er een studielast moet zijn van:
- minimaal 300 uur op jaarbasis voor een opleiding in de beroepsopleidende leerweg (BOL);
- minimaal 200 uur op jaarbasis voor een opleiding in de beroepsbegeleidende leerweg (BBL).
De opleidingen waarvan de stageplaatsen in aanmerking komen voor het Stagefonds Zorg, zijn gekozen op basis van de prognose van de tekorten op de arbeidsmarkt.
De keuze is gemaakt in overleg met sociale partners. Als nieuwe gegevens daartoe aanleiding geven, kan de lijst met opleidingen worden bijgesteld.
Subsidie aanvragen
Uw persoonlijke code ontvangt u per post. Nadat u de code heeft ingevoerd ontvangt u per e-mail een link naar het online aanvraagformulier.
Deze link blijft geldig tot het moment van ondertekening of tot uiterlijk 1 oktober 2024. Mocht u de aanvraag tussentijds opslaan en afsluiten en bijvoorbeeld de volgende dag uw aanvraag willen afronden dan geeft deze link weer toegang tot het portaal.
Berekening aantal stageplaatsen
-
Een volledige stageplaats (fulltime eenheid, fte) voor beroepsbegeleidende leerweg (BBL) en duale opleidingen is 1280 uur per studiejaar.
2. Een volledige stageplaats (fulltime eenheid, fte) voor de beroepsopleidende leerweg (BOL), voltijd en deeltijdopleidingen is 1440 uur per studiejaar.
3. Per opleiding wordt het aantal uren gedeeld door het aantal uren van een volledige stageplaats (1280 of 1440). Een stage kan nooit meer bedragen dan 1 voltijds stageplaats in het betreffende studiejaar.
Bijvoorbeeld: stageaanbieder A heeft 10 stagiaires met een BBL-opleiding die ieder 800 uur stage hebben gelopen. Het aantal stageplaatsen dat voor vergoeding uit het Stagefonds Zorg in aanmerking komt is dan 8000/1280 = 6,25.
In november bedragen bekend
Na afloop van een studiejaar, als alle aanvragen zijn behandeld, berekent DUS-I de bedragen per fte gerealiseerde stageplaatsen. Meestal gebeurt dit in november.
Op basis van het beschikbare budget wordt vervolgens het bedrag per voltijds stageplaats berekend. De bedragen kunnen jaarlijks verschillen.
Als het aantal stageplekken op het aanvraagformulier niet klopt, kunt u een hogere of lagere aanvraag opstellen. Dit doet u door de gegevens in het online portaal aan te passen.
Het aantal stageplaatsen moet lager zijn
Zijn er minder fte's aan stages gerealiseerd dan in het vooringevulde aanvraagformulier aangegeven? Pas dan het aantal fte op het online vooringevulde aanvraagformulier naar beneden aan.
Het aantal stageplaatsen moet hoger zijn
Zijn er meer fte's aan stages gerealiseerd dan in het vooringevulde aanvraagformulier aangegeven? Dan moet u alle stageovereenkomsten opsturen voor het gewijzigde onderwijstype:
- Hbo duaal/deeltijd
- Hbo voltijd
- Mbo BOL
- Mbo BBL
Bijvoorbeeld: het aantal stageplaatsen voor HBO voltijd/deeltijd is correct, maar zijn voor HBO duaal en MBO BOL te laag. Stuur dan als bewijs alle stageovereenkomsten mee voor HBO duaal en MBO BOL.
Aanvraag hoger €150.000
Bij een aanvraag hoger dan €150.000 moet u een assurancerapport van een accountant toevoegen. De accountant gebruikt daarvoor het verplichte accountantsprotocol. U hoeft het modeloverzicht en de stageovereenkomsten niet mee te sturen.
Let wel op: er gelden maximum normbedragen. Deze vindt u in deze tabel:
Categorie |
art. 2.4 A: 25% |
art. 2.4 B: 26% |
art. 2.4 C: 44% |
art. 2.4 C: 5% |
Max. bedrag |
---|---|---|---|---|---|
A | €1.300 | €1.300 | |||
B | €1.700 | €1.700 | |||
C | €1.300 | €2.000 | €3.300 | ||
D | €1.700 | €2.700 | €4.400 | ||
E | €1.700 | €1.700 | |||
F | €1.300 | €1.400 | €1.100 | €3.800 | |
G | €1.700 | €1.400 | €1.300 | €4.400 |
Aanvraag onder €150.000
Bij een aanvraag onder de €150.000 stuurt u:
- het modeloverzicht mee met kopieën van alle stageovereenkomsten; of
- een assurance-rapport mee.
Als u een assurance-rapport stuurt, hoeft u het modeloverzicht en de stageovereenkomsten niet mee te sturen.
Zie voor meer informatie het stroomschema.
Het modeloverzicht ontvangt u als bijlage bij de e-mail met de link naar uw aanvraagformulier.
Controleer uw tekenbevoegdheid in het handelsregister van de KvK. Als u gezamenlijk tekenbevoegd bent dan moet de aanvraag door twee tekenbevoegde personen worden ondertekend. Uw aanvraag nemen wij alleen in behandeling als deze door de juiste personen is ondertekend.
Bent u gemachtigd? Stuur dan het machtigingsformulier mee.
U moet een assurance-rapport aanleveren als u voor een categorie stageplaatsen (mbo of hbo) meer dan €150.000 subsidie aanvraagt.
Voor aanvragen tot en met €150.000 kunt er ook voor kiezen om een overzicht van alle gerealiseerde stageplaatsen en kopieën van de stageovereenkomsten mee te sturen.
Deze bedragen gelden per categorie. Dus als u voor mbo € 90.000 en voor hbo € 75.000 subsidie aanvraagt dan is een assurance-rapport niet nodig omdat beide bedragen onder de €150.000 blijven.
Voorwaarden
Ja, dat kan.
De Regeling Praktijkleren van het Ministerie van OCW (uitgevoerd door RVO, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland) subsidieert een tegemoetkoming in de begeleidingskosten van bbl-studenten, dus niet in de loonkosten van bbl-studenten zoals bij het Stagefonds Zorg. Van beide regelingen kan dus tegelijkertijd gebruik gemaakt worden.
Ja, stagebieders in de huisartsenzorg kunnen, naast vergoeding uit het Stagefonds, via Stichting Sociaal Fonds Huisartsenzorg ook twee vergoedingen aanvragen.
Meer informatie hierover vindt u op www.ssfh.nl.
Vanaf dit jaar zijn de de-minimisbedragen verhoogd. Zie ook de verordening voor meer informatie.
Overheden mogen geen staatssteun geven aan ondernemingen als dit zorgt voor oneerlijke concurrentie op de Europese markt. Daarom mag er maximaal €300.000 subsidie worden verleend in een periode van 3 belastingjaren. Steun tot aan dit drempelbedrag heet de-minimissteun. Bij instellingen die voldoen aan de voorwaarden voor Diensten van Algemeen Economisch Belang mag de staatssteun oplopen tot maximaal €750.000.
Wat gebeurt er als de grens wordt overschreden?
Als uw organisatie de grens van €300.000 (of €750.000 voor DAEB) aan ontvangen subsidies overschrijdt, kan dit gevolgen hebben voor uw subsidieaanvraag. Het kan zijn dat de subsidie moet worden terugbetaald of dat uw organisatie geen nieuwe subsidies meer kan ontvangen totdat u weer binnen de toegestane limiet valt.
Wijziging beroepspraktijkvorming
Als de beroepspraktijkvorming van de student wijzigt, maar de student blijft beroepspraktijkvorming volgen bij hetzelfde leerbedrijf, geef dan een nieuw BPV-blad uit. Dit hoeft niet opnieuw door de student en het leerbedrijf te worden ondertekend.
Het nieuwe BPV-blad moet opnieuw volledig worden ingevuld. Dus ook de informatie die niet verandert moet hierop staan. Het nieuwe BPV-blad vervangt immers het vorige en maakt integraal onderdeel uit van
de praktijkovereenkomst. De school bewaart alle BPV-bladen in het studentdossier.
Het is belangrijk om een vorm van versiebeheer voor de BPV-bladen te hebben, zodat de gewijzigde BPV-bladen kunnen worden gekoppeld aan de eerste versie.
Op welke manier het versiebeheer wordt ingericht, is aan de school.
DUS-I en gegevens
Alle stageaanbieders waar stageplaatsen worden gerealiseerd die in aanmerking komen voor subsidie uit het Stagefonds Zorg, moeten in de loop van het schooljaar bekend zijn in het leerbedrijvenregister van SBB.
Stageaanbieders die erkend zijn als leerbedrijf, zijn reeds bekend bij SBB. Stageaanbieders die alleen stageplaatsen in het hoger beroepsonderwijs (hbo) aanbieden hoeven niet erkend te zijn door SBB. Wel moeten ze geregistreerd staan bij SBB bij het juiste zorgconcern.
De hogescholen leveren bij SBB de adresgegevens aan van hun stagebedrijven / leerbedrijven.
Het BRON-bestand (BasisregistratieOnderwijs) dat wordt beheerd door de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), is het centrale bestand waarin gegevens over mbo-studenten en hun bpv-plaatsen staan geregistreerd.
Hergebruik van bestaande gegevens ligt daarom voor de hand. De hogescholen en particuliere onderwijsinstellingen die niet zijn aangesloten op BRON, leveren de stagegegevens bij SBB aan via een online portaal van SBB.
Dankzij de bestanden van de onderwijsinstellingen hoeven de stageaanbieders niet zelf de gegevens over hun stagiaires te verzamelen.
Steekproeven
Voor eventuele controle en steekproeven moet u, nadat de subsidie is vastgesteld, sommige documenten 7 jaar bewaren:
- Stageovereenkomsten
- Beroepspraktijkvorming (BPV) overeenkomsten
- Assurance-rapport van de accountant (indien van toepassing)
Meer informatie
Staat uw vraag er niet tussen? Bekijk dan de regeling of neem contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.