‘Als je samenwerkt met studenten uit Indonesië kan het internet uitvallen als het hard regent’

Met de subsidieregeling Virtuele internationale samenwerkingsprojecten kunnen hogescholen en universiteiten Nederlandse studenten de kans geven om vanuit Nederland internationale ervaring op te doen. Een vorm waarbij fysieke, financiële, culturele of andere bezwaren minder of geen belemmering vormen voor deelname.

Meer klantverhalen

Marleen Oosterink is bij onderzoeksbureau CINOP werkzaam als onderwijskundige en bij het VIS-project betrokken als projectleider. Zij is verantwoordelijk voor een goed verloop van het project, de samenwerking tussen de partners en de afstemming met de opdrachtgever van het project, het ministerie van OCW. Het consortium van VIS bestaat uit: Stichting Sharing Perspective, Rijksuniversiteit Groningen, Hogeschool Utrecht, UNICollaboration en CINOP. Marleen legt uit wat voor haar de meerwaarde is van VIS.

Vergroot afbeelding Marleen Oosterink, VIS
Beeld: ©www.visinhetho.nl

Persoonlijke ontwikkeling van studenten

“Met VIS wordt het opdoen van internationale ervaring voor een grotere groep beschikbaar. En dat is belangrijk, want internationale ervaring is heel verrijkend voor studenten. Op het live VIS-event in 2022 sprak ik met een aantal studenten die aan een VIS-project hebben meegedaan. Ik vond het heel mooi om te zien wat het meedoen aan een VIS-project hen had opgeleverd. Studenten leren dat andere culturen andere gebruiken hebben.”

“Een mooi voorbeeld is een enthousiast verhaal van een student: ‘als je samenwerkt met studenten uit Indonesië kan het internet uitvallen als het hard regent. Altijd internet en online kunnen zijn is niet voor iedereen vanzelfsprekend’. Studenten leren hoe je daarmee omgaat. Niet overal zijn de voorzieningen gelijk, maar je moet toch samenwerken.”

“Dit zorgt ervoor dat je je kunt verplaatsen in andere perspectieven en dat is heel waardevol. Die persoonlijke ontwikkeling en verrijking van studenten triggert mij enorm. VIS zorgt ervoor dat meer studenten rijker kunnen worden in kennis, ervaring, perspectieven en verbintenis. En dat allemaal zonder de ecologische voetafdruk te belasten. Dat vind ik een hele mooie missie en ik draag daar graag vanuit CINOP aan bij.”

"Ik ben erg onder de indruk van het ondersteuningsprogramma dat is neergezet. Er is zelfs een live VIS-event"

De juiste persoon op de juiste plek

“In mijn rol als projectleider zorg ik ervoor dat het ondersteuningsprogramma voor de VIS-subsidie goed loopt. Hoe kunnen we instellingen helpen de VIS-projecten zo goed mogelijk in te richten en uit te voeren? Ik probeer het project zo goed mogelijk te laten verlopen door de krachten van het consortium op de juiste manier in te zetten en op elkaar te laten aansluiten. In het consortium zit veel inhoudelijke expertise rondom virtual exchange, maar ook rondom international exchange. Deze mensen zijn inhoudelijk heel sterk, maar zijn ook ervaringsdeskundigen uit de praktijk en dat maakt het heel fijn samenwerken.”

“Daarnaast hebben we in het team experts in het geven van trainingen: hoe enthousiasmeer je mensen? Hoe breng je kennis over? Maar ook: hoe faciliteer je het gesprek tussen instellingen en personen onderling, zodat niet iedereen zelf het wiel hoeft uit te vinden en mensen juist leren van elkaar? De inhoud en ervaring zijn krachtige pijlers in ons consortium.”

Doelen voor VIS

“Ik ben erg onder de indruk van het ondersteuningsprogramma dat is neergezet. Er zijn trainingen voor verschillende stakeholders, inloopspreekuren, intervisiemogelijkheden, een online vragenloket, informatiesessies voor management en we hebben zelfs een live VIS-event.”

“Ik zou nog wel graag betrokkenen beter laten inzien hoe waardevol het is om je programma te verrijken door de verschillende ondersteuningsmogelijkheden. Mensen denken snel dat ze het allemaal zelf willen en kunnen doen. Maar als ik uitleg wat we voor ze kunnen betekenen, merk ik dat ze de ondersteuning toch wel waarderen en nuttig vinden. Wat is je doel met VIS? Hoe past het bij de doelstellingen uit jouw organisatie? Wie betrek je allemaal bij dit proces? Hoe richt je het in? En ook: hoe maak je het duurzaam, zodat het ook na afloop van de subsidie nog blijvend is?”

“Het sparren met elkaar, het uitwisselen van ervaringen en je casus kunnen voorleggen aan ervaringsdeskundigen kan ontzettend helpen om van elkaar te leren. Iedereen loopt tenslotte dezelfde fases door. Mijn oproep aan mensen die betrokken zijn bij een VIS-project is dan ook: sta open voor de ondersteuning die we kunnen bieden. Als je niet weet wat past voor jou, leg contact door te bellen of te mailen. Dan kunnen we advies op maat geven. Ik vind het belangrijk dat het wiel niet steeds opnieuw wordt uitgevonden en projecten snel op een nog hoger niveau zijn. Zo hebben instellingen en uiteindelijk de studenten hier meer profijt van.”

Bekijk ook het originele artikel op de website van Virtuele Internationale samenwerking in het hoger onderwijs.