Overige educatie

In deze grafiek ziet u hoeveel besturen per tijdvak subsidie konden aanvragen en hoeveel dat hebben gedaan. In tijdvak 1 en 4 ligt het aantal besturen dat subsidie kon aanvragen hoger dan in tijdvak 2, 3 en 5. Er gold namelijk een maximaal aan te vragen aantal studenten voor tijdvak 1 tot en met 3 en voor tijdvak 4 en 5. Als een bestuur zijn maximum al in tijdvak 1 had aangevraagd, kwam zij niet meer in aanmerking voor subsidie in tijdvak 2.

In deze grafiek is uitgegaan van ‘unieke’ besturen. Het totaal is daarom niet gelijk aan de som van alle tijdvakken. Een bestuur kon in meerdere tijdvakken voorkomen en is in dat geval bij het totaal maar één keer meegeteld.

In deze grafiek ziet u hoeveel instellingen per tijdvak subsidie konden aanvragen en hoeveel dat hebben gedaan. In tijdvak 1 en 4 ligt het aantal instellingen dat subsidie kon aanvragen hoger dan in tijdvak 2, 3 en 5. Er gold namelijk een maximaal aan te vragen aantal studenten voor tijdvak 1 tot en met 3 en voor tijdvak 4 en 5. Wanneer een instelling zijn maximum al in tijdvak 1 had aangevraagd, kwam zij niet meer in aanmerking voor subsidie in tijdvak 2.

In deze grafiek is uitgegaan van ‘unieke’ instellingen. Het totaal is daarom niet gelijk aan de som van alle tijdvakken. Een instelling kon in meerdere tijdvakken voorkomen en is in dat geval bij het totaal maar één keer meegeteld.   

Tussen 2 juni 2020 en 13 juni 2021 is in totaal €3,1 miljoen aan subsidie toegekend voor inhaal- en ondersteuningsprogramma’s in de overige educatie. De activiteitenperiode voor alle tijdvakken liep tot en met 31 december 2021.

In het voorjaar van 2022 hebben de instellingen aan DUS-I gemeld hoeveel studenten het inhaal- en ondersteuningsprogramma hebben afgerond en of aan alle subsidieverplichtingen is voldaan. Op basis van de verantwoording is de totale subsidie voor de overige educatie vastgesteld op €1,1 miljoen*. Dit betekent dat in totaal €2 miljoen aan subsidie is teruggevorderd.

*In deze berekening is geen rekening gehouden met de niet-bekostigde instellingen en lopende bezwaren.

Per student ontving de instelling een subsidiebedrag van €900. Een instelling kon een inhaal- en ondersteuningsprogramma uitvoeren voor meer studenten dan waarvoor zij subsidie had ontvangen, maar in deze grafiek is alleen het aantal studenten geteld waarvoor de school subsidie heeft ontvangen. In totaal is er voor 3.446 studenten subsidie aan de overige educatie toegekend. Daarvan hebben 1.177 studenten een inhaal- en ondersteuningsprogramma afgerond*.

* De aantallen zijn gebaseerd op de vaststelling op basis van minimaal 85% realisatie op bestuursniveau. Extra studenten boven het aantal dat is toegekend zijn niet meegerekend.

De activiteitenperiode liep voor alle tijdvakken tot en met 31 december 2021. De activiteiten zijn volledig uitgevoerd als ten minste 85% van het aantal studenten waarvoor subsidie is verstrekt het inhaal- en ondersteuningsprogramma heeft afgerond. De subsidieontvanger heeft dit in het voorjaar van 2022 aan DUS-I gemeld. Op basis hiervan is de subsidie definitief vastgesteld. Subsidies die onder het minimum van 85% deelnemerrealisatie vielen, zijn teruggevorderd.

In deze grafiek ziet u hoeveel instellingen het inhaal- en ondersteuningsprogramma hebben uitgevoerd. Per tijdvak staat hoeveel instellingen:
- geen programma hebben uitgevoerd,
- een programma hebben uitgevoerd voor minder studenten dan aangevraagd,
- een programma hebben uitgevoerd voor evenveel of meer studenten dan aangevraagd.

In deze grafiek ziet u hoeveel studenten hebben deelgenomen aan een inhaal- en ondersteuningsprogramma. Per tijdvak staat hoeveel studenten:
- aan geen programma hebben deelgenomen,
- aan een programma hebben deelgenomen voor minder studenten dan aangevraagd,
- aan een programma hebben deelgenomen voor evenveel of meer studenten dan aangevraagd.

Een instelling die subsidie heeft ontvangen kon meerdere programma's tegelijk inzetten. In totaal zijn er 27 programma's uitgevoerd. Daarmee zijn 1.177 studenten bereikt. Een student kon aan meerdere programma's tegelijk deelnemen.

Een instelling die subsidie heeft ontvangen kon met een andere partij samenwerken in de uitvoering van een inhaal- en ondersteuningsprogramma. Eén instelling koos voor een samenwerking met een andere partij.

In de overige educatie koos één instelling voor een samenwerking met huiswerkbegeleiding en één instelling voor overige samenwerking.