Sinds 1 januari 2019 kunnen gemeenten, sportverenigingen en sportstichtingen de btw die hen in rekening wordt gebracht voor investeringen in sport niet meer in aftrek brengen. Om de ontwikkeling en instandhouding van sportaccommodaties en de aanschaf van sportmaterialen te stimuleren, kunnen gemeenten sinds die datum gebruikmaken van de regeling Specifieke uitkering stimulering sport.
Waar kunnen gemeenten de uitkering voor aanvragen?
De uitkering is bedoeld voor:
- Investeringen in hardware, zoals de bouw en het onderhoud van accommodaties. Dit kan het aanleggen van een kunstgrasveld of de bouw van een sporthal zijn.
- Exploitatie van sportaccommodaties, zoals het beheer. Het kan gaan om gebruikskosten (bijvoorbeeld energielasten) en ingehuurde krachten zoals beheerders van accommodaties.
U kunt de uitkering niet aanvragen voor de kosten voor bewegingsonderwijs. In de vragen en antwoorden vindt u meer informatie over welke kosten wel en niet in aanmerking komen voor de regeling.
Belangrijke voorwaarden
- De uitkering is bedoeld voor gemeentelijke sportbedrijven. Ze moeten jaarlijks kiezen of ze een aanvraag indienen via de regeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (BOSA) of de regeling Specifieke uitkering stimulering sport.
- Een activiteit mag niet óók worden gesubsidieerd via de subsidieregeling Stimulering bouw en onderhoud sportaccommodaties (bedoeld voor sportverenigingen en -stichtingen).
- Er wordt geen uitkering gegeven voor activiteiten waarvan op grond van de Wet op de omzetbelasting 1968 recht op aftrek van omzetbelasting bestaat.
- Er wordt geen uitkering gegeven voor activiteiten die recht hebben op compensatie op grond van de Wet op het btw-compensatiefonds.
Hoogte uitkering en budget
De regeling subsidieert maximaal 17,5% van de bestedingen, inclusief btw. Voor 2023 is in totaal €184 miljoen beschikbaar.
Uitkering aanvragen
U kunt de specifieke uitkering niet meer aanvragen.
Resultaten
De resultaten van de aanvraagrondes in de periode 2019 tot en met 2022 vindt u op de resultatenpagina en in de infographic (download als pdf).
Verantwoorden en vaststellen
De uitkering voor 2022 moet u uiterlijk 15 juli 2023 verantwoorden.
De verantwoording maakt deel uit van de gemeentelijke verantwoording volgens de SiSa-systematiek onder Hoofdstuk 4. Zie voor meer informatie de invulwijzer van SiSa 2022 (pagina's 337 tot en met 339).
Bedragen in de verantwoording
Gebruik in de verantwoording de bruto gerealiseerde bedragen (dus inclusief btw) x 17,5%. Indien nodig kunt u een toelichting geven onder indicator H4/08.
U moet de kosten in de meest passende categorie verantwoorden. Dit maakt uw verantwoording duidelijker en daardoor zal tijdens de behandeling de kans op aanvullende vragen vanuit DUS-I afnemen.
Als de uitkering naar rato is verleend hoeft hier geen rekening mee worden gehouden in de verantwoording. Gebruik dezelfde brutobedragen als in de aanvraag.
Mocht u subsidiabele kosten hebben gemaakt die niet in de initiële aanvraag zijn opgenomen, moet u dit aangeven in kolom I onder het kopje 'Toelichting'.
Hier kunt u invullen dat deze kosten in aanmerking komen voor artikel 13 bij een eventuele aanvullende verlening. Een duidelijke verantwoording versoepelt de behandeling van artikel 12 en 13 van de regeling en zal bovendien tot minder aanvullende vragen leiden.
Herziening en vaststelling
Uiterlijk op 31 januari in het jaar na het indienen van de verantwoording vindt bij elke gemeente de vaststelling plaats. Dit kan betekenen dat de gemeente een extra uitkering krijgt, of dat er een bedrag wordt teruggevorderd.
Afhankelijk van de situatie van de aanvrager en het eventueel resterende uitkeringsplafond na afloop van het jaar van de uitkering, is het ook mogelijk dat er zowel een terugvordering als een uitbetaling plaatsvindt. Dit gebeurt sowieso niet tegelijkertijd. Zie voor meer informatie artikel 12 en artikel 13 van de regeling.
2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|
Uitkeringsplafond |
€ 185 mln. |
€ 188 mln. | € 182 mln. | € 185 mln. | € 184 mln. |
Aanvraagperiode | Tot 1 juni 2019 | Tot 1 maart 2020 | Tot 1 maart 2021 | Tot 1 maart 2022 | Tot 1 maart 2023 |
Verlening | Binnen 17 weken | Binnen 17 weken | Binnen 17 weken | Binnen 17 weken | Binnen 17 weken |
Verantwoording | Uiterlijk 15 juli 2020 | Uiterlijk 15 juli 2021 | Uiterlijk 15 juli 2022 | Uiterlijk 15 juli 2023 | Uiterlijk 15 juli 2024 |
Bijzonderheden: eerst worden eventuele terugbetalingen geïnd voor het betreffende jaar. Als meer dan € 2 miljoen van het uitkeringsplafond resteert, wordt dit bedrag gelijk verdeeld onder de gemeenten die hiervoor in aanmerking komen volgens artikel 12 van de regeling. Daarna gebeurt hetzelfde voor een eventueel overblijvend bedrag, maar dan volgens artikel 13 van de regeling.
Meldplicht
U moet feiten en omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitkering direct aan ons melden. Daarvan is in ieder geval sprake als:
- de activiteiten waarvoor de uitkering is verstrekt, niet, niet op tijd of niet geheel zullen worden verricht;
- niet, niet op tijd of niet geheel zal worden voldaan aan de verplichtingen die aan de uitkering verbonden zijn.
Meer informatie
Alle informatie staat in de regeling.
Heeft u vragen? Bekijk dan de antwoorden op veelgestelde vragen:
Heeft u een andere vraag? Neem dan contact met ons op. U ontvangt binnen 2 werkdagen een reactie.